• Pas nadat de flitser is uitgezet en er enkele minuten verstreken zijn, kunt u de
batterijen verwijderen om ze te vervangen. Afhankelijk van het type, kunnen de
batterijen heet zijn. Verwijder ze voorzichtig.
• Verwijder de batterijen en berg ze op wanneer u van plan bent om de camera
geruime tijd niet te gebruiken.
Temperatuur
• De flitser mag worden gebruikt bij een temperatuur tussen 0 °C en 40 °C.
• Stel de flitser niet bloot aan extreem hoge temperaturen (bijvoorbeeld direct
zonlicht in een auto) of aan een hoge luchtvochtigheid.
• Om te voorkomen dat zich condens vormt op de flitser, plaatst u deze in een
gesloten plastic zak wanneer u de flitser van een koude naar een warme
omgeving verplaatst. Laat de flitser opwarmen tot kamertemperatuur voordat u
deze uit de zak verwijdert.
• Bij lagere temperaturen neemt de batterijcapaciteit af. Houd de camera en
reservebatterijen in een warme binnenzak wanneer u fotografeert bij koud weer.
Bij koud weer kan de indicator-batterijen bijna leeg knipperen, zelfs wanneer er
nog enige lading in de batterijen over is. Batterijen winnen weer enige capaciteit
terug wanneer ze opwarmen tot de normale bedrijfstemperatuur.
71
NL