Andere functies
U kunt het toestel (en los verkrijgbare CD/
MD-apparatuur) ook bedienen met een
bedieningssatelliet (los verkrijgbaar).
Werken met de
bedieningssatelliet
Bevestig eerst het juiste label afhankelijk van
de manier waarop u de bedieningssatelliet wilt
monteren.
De bedieningssatelliet werkt met knoppen en/
of draairegelaars.
S E L
M O D E
D S P L
Door op toetsen te drukken
(SEL)
(SOURCE)
Draai aan het bedieningselement VOL
als u het volume wilt aanpassen.
Druk op
Om
(SOURCE)
Van bron te veranderen
(radio/CD/MD*
(MODE)
Van bediening te
veranderen (radioband/
CD/ MD*
(ATT)
Het geluid te dempen
(OFF)*
2
De weergave of de radio-
ontvangst te stoppen
(SEL)
Te regelen en te kiezen
(DSPL)
Het display item te
wijzigen
D S P L
M O D E
S E L
(ATT)
(MODE)
(DSPL)
(OFF)
1
)
1
apparatuur)
1
Alleen indien de juiste los verkrijgbare
*
apparatuur is aangesloten.
2
Indien uw auto niet is voorzien van een
*
contactslot met ACC stand, moet u het toestel
afzetten door (OFF) 2 seconden lang in te
drukken om te voorkomen dat de batterij
uitgeput raakt.
Door aan het bedieningselement te
draaien
Draaien en loslaten om:
– Muziekstukken over te slaan.
Om tracks te blijven overslaan, knop
nogmaals indrukken en draaien en
vervolgens binnen de seconde nogmaals
gedraaid houden.
– Automatisch af te stemmen op een
zender.
Draaien, vasthouden en loslaten om:
– Snel vooruit/achteruit naar een
muziekstuk te gaan.
– Handmatig een zender te zoeken.
Door het bedieningselement in te
drukken en te verdraaien
Draai aan het bedieningselement en
druk het tegelijkertijd in om:
– Voorinstelzenders te ontvangen.
– De disc te vervangen.*
– Van album veranderen.*
3
Wanneer los verkrijgbare CD/MD-apparatuur
*
is aangesloten.
4
Bij het afspelen van een MP3-bestand.
*
Wordt vervolgd op de volgende pagina t
SEEK/AMS
PRESET
3
4
21