Nachvertonung
In folgenden Fällen ist keine Nachvertonung
möglich:
•Bei einem im 16-Bit-Modus aufgezeichneten
Band
•Bei einem im LP-Modus aufgezeichneten
Band
•Wenn die DV-Schnittstelle angeschlossen
ist
•Bei unbespielten Bandteilen
•Wenn die Überspielschutzlasche an der
Kassette auf Überspielschutz eingestellt ist
So können Sie zuvor aufgenommene
Abschnitte präziser nachvertonen (nur DCR-
HC15E)
Drücken Sie während der Wiedergabe ZERO
SET MEMORY an der Stelle, an der die
Nachvertonung enden soll.
Gehen Sie wie auf Seite 81 erläutert vor. Die
Aufnahme stoppt automatisch an der Stelle, an
der Sie ZERO SET MEMORY gedrückt haben.
Es empfiehlt sich, zusätzlichen Ton auf ein
Band zu überspielen, das mit diesem
Camcorder aufgenommen wurde
Wenn Sie zusätzlichen Ton auf einem Band
aufnehmen, das mit einem anderen Camcorder
(einschließlich eines anderen DCR-HC14E/
HC15E) bespielt wurde, kann sich die
Tonqualität verschlechtern.
114
Geluidsopnamen invoegen
In de volgende gevallen kunt u geen geluid
opnemen:
•Op een band die is opgenomen in de 16-bits
stand
•Op een band die is opgenomen met de LP
snelheid
•Als de DV-interface is aangesloten
•Op een leeg gedeelte van de band
•Als het wispreventienokje van de band is
vergrendeld
Nieuwe geluidsopnamen nauwkeuriger
toevoegen aan eerder opgenomen
gedeelten (alleen voor de DCR-HC15E)
Druk tijdens het afspelen op ZERO SET
MEMORY bij het punt waar u wilt stoppen
met het opnemen van nieuw geluid.
Voer de procedure op pagina 81 uit. Het
opnemen wordt automatisch gestopt bij het
punt waar u op ZERO SET MEMORY hebt
gedrukt.
U kunt het beste nieuwe geluidsopnamen
invoegen op een band die met de
camcorder is opgenomen
Als u nieuw geluid toevoegt aan een band die
is opgenomen met een andere camcorder
(waaronder een andere DCR-HC14E/HC15E),
kan de geluidskwaliteit afnemen.