Stap 2
: De synchronisatie van
de videorecorder aanpassen
Voer de volgende procedure uit wanneer u
voor het eerst een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
een videorecorder. Deze instelling kunt u
overslaan als u de videorecorder al eerder
hebt ingesteld met de onderstaande
procedure.
U kunt de synchronisatie van de camcorder
en de videorecorder aanpassen om te
voorkomen dat de openingsscène niet wordt
opgenomen.
1
Verwijder de band uit de camcorder.
Houd pen en papier bij de hand voor
notities.
2
Zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
Sla deze stap over als u [i.LINK] hebt
geselecteerd in stap 11 op p. 97.
b Opmerking
• Laat de band ongeveer 10 seconden lopen
voordat u het afspelen onderbreekt. De
openingsscènes worden mogelijk niet
opgenomen wanneer u begint met opnemen aan
het begin van een band.
3
Raak
en [TEST WIJZIG] aan.
PROG. BEW.
0:00:00:00
AANP . TST
Zet het opn.app.
in de opname-
pauzestand.
UIT-
ANNUL.
VOER.
4
Raak [UITVOER.] aan.
Er wordt gedurende ongeveer 50 seconden
een beeld opgenomen met 5 aanduidingen
[IN] en [UIT] voor het aanpassen van de
synchronisatie. Als het opnemen is
voltooid, verschijnt [Voltooid.].
PROG. BEW.
0:00:00:00
AANP . TST
Voltooid.
5
Spoel de band in de videorecorder
terug en speel de band vertraagd af.
Er verschijnen 5 beginnummers voor elke
[IN] en eindnummers voor elke [UIT].
6
Noteer het beginnummer van elke
[KNIP-IN] en het eindnummer van
elke [KNIP-UIT] en bereken de
gemiddelde waarde voor elke [KNIP-
IN] en [KNIP-UIT].
7
Raak [KNIP-IN] aan.
PROG. BEW.
0:00:00:00
KNIP-IN
0
- 60 ~+ 240
8
Raak
/
aan om de gemiddelde
waarde voor [KNIP-IN] te selecteren
en raak
aan.
Hiermee is het beginpunt voor de opname
vastgesteld.
9
Raak [KNIP-UIT] aan.
PROG. BEW.
0:00:00:00
KNIP-UIT
0
- 60 ~+ 240
,wordt vervolgd
99
Kopiëren/bewerken