Handmatige
functies voor foto-
opnamesituaties
Nadat u bekend bent met uw camera,
kunnen we een beeld opnemen in
diverse situaties met enkele veranderde
instellingen. Dit hoofdstuk beschrijft
enkele representatieve voorbeelden van
handmatige opnamen.
Voorbeeld: Een portret opnemen
tegen een wazige achtergrond.
Opnemen in de diafragma-
prioriteitfunctie (blz. 60)
Als u de persoon wilt afzetten tegen
een wazige achtergrond, moet u het
diafragma handmatig instellen. Hoe
verder het diafragma wordt geopend (de
diafragmawaarde wordt lager), hoe kleiner
de scherptediepte. De achtergrond wordt
dienovereenkomstig waziger.
NL
56
Voorbeeld: Een portret opnemen
met tegenlicht.
Een flitserfunctie kiezen (blz. 72)
Als u een persoon opneemt op een
helder verlichte plaats, kunnen de
gezichtsschaduwen donker worden. Dit
gebeurt wanneer de achtergrond lichter is
dan de persoon. In dergelijke gevallen stelt
u de flitser in op (altijd flitsen).
U kunt nu zowel de persoon als de
achtergrond scherp opnemen.
• U kunt de flitser gebruiken binnen het bereik
van het flitserlicht.
Voorbeeld: Een nachtscène
opnemen.
Opnemen in de sluitertijd-
prioriteitfunctie (blz. 59)
Door de flitser te gebruiken in de
automatische instelfunctie, wordt de
sluitertijd beperkt en bereikt het flitserlicht
een ver verwijderd onderwerp niet. Het
beeld wordt daarom niet scherp vastgelegd.
In dergelijke gevallen verlengt u de
sluitertijd handmatig, stelt u de flitser in op
(niet flitsen), en vermindert u het licht
met behulp van de EV-instelling. Daarna
kunt u een scherpe nachtscène opnemen.