Voorzorgsmaatregelen
xLaat de camera niet liggen op de
volgende plaatsen
• Op zeer warme plaatsen
Op plaatsen zoals een in de zon geparkeerde
auto, kan de camerabehuizing door de hitte
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Onder rechtstreeks zonlicht of nabij een
verwarmingsbron
De behuizing van de camera kan verkleuren of
vervormen, waardoor een storing kan optreden.
• Op plaatsen onderhevig aan trillingen
• In de buurt van een sterk magnetisch veld
• Op zanderige of stoffige plaatsen
Wees voorzichtig dat geen zand of stof in de
camera kan binnendringen. Hierdoor kan in de
camera een storing optreden en in bepaalde
gevallen kan deze storing niet worden
verholpen.
xMeenemen
Ga niet zitten op een stoel of andere plaats als u de
camera in de achterzak van uw broek of rok hebt
geplaatst. Dit kan een storing of schade aan de
camera veroorzaken.
xReinigen
Het LCD-scherm reinigen
Veeg het schermoppervlak schoon met een LCD-
reinigingsset (niet bijgeleverd) om
vingerafdrukken, stof, enzovoort te verwijderen.
Reiniging van de lens
Veeg de lens schoon met een zachte doek om
vingerafdrukken, stof, enzovoort te verwijderen.
De buitenkant van de camera reinigen
Maak de buitenkant van de camera schoon met
een zachte doek bevochtigd met water en veeg het
oppervlak daarna droog met een droge doek.
Gebruik de onderstaande middelen niet omdat
deze de afwerking of de behuizing van de camera
kunnen beschadigen.
• Chemische producten, zoals thinner, benzine,
alcohol, wegwerpreinigingsdoekjes,
insectenspray, zonnebrandolie, insecticiden,
enzovoort.
• Raak de camera niet aan als bovenstaande
middelen op uw handen zitten.
• Laat de camera niet langdurig in contact met
rubber of vinyl.
xBedrijfstemperatuur
Deze camera is ontworpen voor gebruik bij een
temperatuur van 0°C tot 40°C. Het maken van
opnamen op extreem koude of warme plaatsen
met temperaturen die buiten het bovenstaande
bereik vallen, is niet aan te bevelen.
xCondensvorming
Als de camera rechtstreeks vanuit een koude naar
een warme omgeving wordt overgebracht, kan
vocht condenseren aan de binnenkant of op de
buitenkant van de camera. Deze vochtcondensatie
kan een storing in de camera veroorzaken.
Condensvorming treedt gemakkelijk op
wanneer:
• De camera van een koude plaats, zoals een
skihelling, naar een goed verwarmde ruimte
wordt gebracht.
• De camera bij warm weer vanuit een kamer of
auto met airconditioning mee naar buiten wordt
genomen, enzovoort.
Hoe condensvorming te voorkomen
Wanneer u de camera vanuit een koude naar een
warme omgeving overbrengt, verpakt u de camera
in een goed gesloten plastic zak en laat u deze
gedurende ongeveer een uur wennen aan de
nieuwe omgevingsomstandigheden.
Wanneer er condensvorming optreedt
Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur
om het vocht te laten verdampen. Als u probeert
om opnamen te maken terwijl er nog vocht in de
lens aanwezig is, zullen de opgenomen beelden
niet helder zijn.
NL
101