OBJ_BUCH-703-002.book Page 82 Wednesday, July 23, 2008 3:15 PM
82 | Nederlands
Meetwaarden aftrekken
Druk op de toets Geheugen aftrekken 12 om de
actuele meetwaarde van de geheugenwaarde af
te trekken. Zodra een waarde is afgetrokken,
wordt in het display „M" weergegeven. Daarach-
ter knippert de „ – " kort.
Als er al een waarde is opgeslagen, kan de nieu-
we meetwaarde alleen worden afgetrokken als
de maateenheden overeenkomen (zie „Meet-
waarden opslaan of optellen").
Geheugenwaarde weergeven
Druk op de toets Geheu-
genwaarde oproepen 2 om
de waarde in het geheugen
weer te geven. In het dis-
play wordt „M=" weerge-
geven. Als de geheugenin-
houd „M=" in het display wordt weergegeven,
kunt u deze door het indrukken van de toets Ge-
heugen optellen 3 verdubbelen of door het in-
drukken van de toets Geheugen aftrekken 12 op
nul zetten.
Geheugen wissen
Als u de inhoud van het geheugen wilt wissen,
drukt u eerst op de toets Geheugenwaarde op-
roepen 2, zodat „M =" in het display verschijnt.
Vervolgens drukt u kort op de toets 14; in het
display wordt geen „M" meer weergegeven.
Tips voor de werkzaamheden
Algemene aanwijzingen
De ontvangstlens 22 en de uitgang van de laser-
straal 21 mogen bij een meting niet afgedekt zijn.
Het meetgereedschap mag tijdens een meting
niet bewogen worden (met uitzondering van de
functies duurmeting en minimum-/maximum-
meting). Leg daarom het meetgereedschap zo
dicht mogelijk tegen of op de meetpunten.
De meting vindt plaats bij het middelpunt van de
laserstraal, ook bij vlakken waarop de straal
schuin valt.
1 609 929 R53 | (23.7.08)
Invloeden op het meetbereik
Het meetbereik is afhankelijk van de belichting
en de mate van weerspiegeling van het meetop-
pervlak. Gebruik voor een betere zichtbaarheid
van de laserstraal bij werkzaamheden buitens-
huis en bij fel zonlicht de laserbril 24 (toebeho-
ren) en het laserdoelpaneel 25 (toebehoren), of
zorg voor schaduw op het doelpaneel.
Invloeden op het meetresultaat
Vanwege bepaalde eigenschappen van materia-
len kunnen bij metingen op sommige oppervlak-
ken foutmetingen niet worden uitgesloten.
Daartoe behoren:
– transparante oppervlakken zoals glas en
water,
– spiegelende oppervlakken zoals gepolijst
metaal en glas,
– poreuze oppervlakken zoals isolatiemate-
riaal,
– oppervlakken met een structuur, zoals
pleisterwerk en natuursteen.
Gebruik indien nodig op deze oppervlakken het
laserdoelpaneel 25 (toebehoren).
Ook kunnen luchtlagen met verschillende tempe-
raturen of indirect ontvangen weerspiegelingen
de meetwaarde beïnvloeden.
Meten met aanslagstift
(zie afbeeldingen C, F en G)
Het gebruik van de aanslagstift 15 is bijvoor-
beeld geschikt voor metingen vanuit hoeken
(ruimtediagonalen) of moeilijk bereikbare plaat-
sen zoals rails van rolluiken.
Duw de vergrendeling 16 van de aanslagstift
opzij om de stift uit te klappen.
Stel het referentievlak voor metingen met de
aanslagstift door het indrukken van de toets 1
overeenkomstig in.
Als u de aanslagstift 15 wilt inklappen, duwt u
de stift in het huis tot deze niet meer verder kan.
De stift wordt automatisch vergrendeld.
Bosch Power Tools