Probleemoplossing bij installatie
Werkt de Mission
niet goed, volg dan de gids voor het oplossen van problemen hieronder. Heft dat de
TM
storing niet op, neem dan contact op met de leverancier.
Problemen
De led op het laadstation
brandt niet.
Groene lampje van het
oplaadstation knippert.
Uw Mission
is binnen z'n
TM
grondgebied, maar het scherm
zegt "buiten het werkgebied"
en de LED is groen.
De Mission
dokt niet goed in
TM
het laadstation
De Mission
beweegt buiten
TM
de grensdraad. De Mission
maait een gebied binnen de
grensdraad niet. De Mission
keert om of draait onregelmatig
in de buurt van de grensdraad.
De Mission
verlaat het
TM
afgebakende gebied door een
te hoge snelheid tijdens het
afdalen van een helling.
Mogelijke oorzaken
Er is geen netvoeding.
De grensdraad is niet
aangesloten.
De grensdraadeinden zijn niet
correct geplaatst.
Omgevingsfactoren.
Slechte verbinding door vuil op
de laadstrip.
De begrenzingskabel van een
andere Mission
TM
van een ander merk bevindt zich
te dicht in de buurt.
De begrenzingskabel is
geïnstalleerd met scherpe
hoeken.
Onder natte omstandigheden
TM
kan het elektrische signaal
op de grensdraad weglekken
TM
op plaatsen waar de draad
verbonden of gerepareerd is.
Er is een lekkage van het
elektrische signaal op de
grensdraad vanwege defecte
isolatie.
Het maaigebied is groter dan het
toegestane maaigebied voor de
Mission
TM.
De grensdraad is geplaatst op
een helling die steiler is dan 17%
(10°).
Controleer of de stroomkabel correct op
het oplaadstation is aangesloten en of
de oplader op een geschikte voeding is
aangesloten.
Controleer of de grensdraad correct is
aangesloten op het oplaadstation.
Controleer of de grensdraad geen
breuken vertoont, vooral niet in de
kabeluiteinden.
Draai de uiteinden van de grensdraad
om.
Herstart de Mission
Reinig de contactstrip van het
laadstation en de oplaadstrip op de
Mission
Zorg voor minstens 1 meter afstand
of robotmaaier
tussen de begrenzingskabel van uw
Mission
in de buurt.
Controleer de begrenzingskabel en zorg
ervoor dat alle hoeken gerond zijn.
Controleer de grensdraadverbindingen.
Isoleer de draad voor een volledig
waterdichte verbinding.
Herstel beschadigde begrenzingsdraad
met aansluitingen.
Het snijdgebied verkleinen.
Verplaats de grensdraad op een helling
die minder steil is dan 17% (10°).
Herstelhandeling
.
TM
met een doek.
TM
en andere begrenzingskabels
TM
73
NL