1.
Draai de functieschakelaar op de stand draaiboren
1e of 2e versnelling tot hij inklikt; eventueel moet de
spil hierbij licht gedraaid worden.
2.
Breng de zijhandgreep in de gewenste stand en
zorg ervoor dat hij op de juiste wijze gemonteerd en
volgens voorschrift bevestigd is.
3.
Steek de stekker in het stopcontact.
4.
Druk langzaam op de regelschakelaar tot de schroef
zich zelf in de ondergrond leidt.
5.
Druk op de regelschakelaar en werk met een aan de
ondergrond aangepast vermogen.
6.
Reduceer het toerental wanneer het schroeven bijna
beëindigd is, om schade te voorkomen.
7.2.4 Regelschakelaar met elektronische
toerentalregeling
Het toerental kan door langzaam op de regelschakelaar te
drukken traploos op maximale sterkte worden gebracht.
7.2.5 Vergrendelingsknop continuwerking
Met de vergrendelknop voor continuwerking wordt de re-
gelschakelaar in ingedrukte stand geblokkeerd. Hierdoor
loopt de motor onafgebroken met volledig toerental.
7.2.5.1 Continuwerking inschakelen 9
1.
Druk de regelschakelaar in en houd deze ingedrukt.
2.
Druk de vergrendelknop in en houd deze ingedrukt.
3.
Laat de regelschakelaar los.
4.
Laat de vergrendelknop los.
7.2.5.2 Continuwerking uitschakelen
Door de regelschakelaar opnieuw in te drukken, wordt de
blokkering opgeheven.
7.2.6 Rechts‑/linksloop 10
ATTENTIE
Tijdens bedrijf mag er niet aan de omschakelaar
rechts‑/ linksloop worden gedraaid.
Draai de schakelhendel op de stand "Rechtsloop" of
"Linksloop" in overeenstemming met de toepassing.
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Het apparaat mag niet aangesloten zijn op het elek-
triciteitsnet.
8.1 Verzorging van het gereedschap
Verwijder vastzittend vuil en bescherm het oppervlak van
uw gereedschap tegen corrosie door het af en toe in te
wrijven met een in olie gedrenkte poetsdoek.
7.3 Wisseling van de boorkop
7.3.1 Demontage van de snelspanboorkop 11
1.
Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
2.
Plaats een ring- of steeksleutel SW19 op de zeskant
van de snelspanboorkop.
3.
Met de steeksleutel SW19 tegen de wijzers van de
klok in draaien.
De snelspanboorkop wordt van de spil van het ap-
paraat geschroefd.
7.3.2 Demontage van de tandkransboorkop 12
1.
Steek een zeskantstaal in de tandkransboorkop en
klem dit met de boorkopsleutel via de boorkopklau-
wen vast.
2.
Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
3.
Plaats een geschikte sleutel op het zeskantstaal.
4.
Met de steeksleutel SW17 tegen de wijzers van de
klok in draaien.
De tandkransboorkop wordt van de spil van het
apparaat geschroefd.
7.3.3 Montage van de snelspanboorkop
1.
Schroef de snelspanboorkop met de hand vast tot
de aanslag van de spil van het apparaat.
2.
Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
3.
Plaats een ring- of steeksleutel SW19 op de zeskant
van de snelspanboorkop.
4.
Zet het vast met het gedefinieerde aanhaalmoment
(zie Technische gegevens).
7.3.4 Montage van de tandkransboorkop
1.
Steek een zeskantstaal in de tandkransboorkop en
klem dit met de boorkopsleutel via de boorkopklau-
wen vast.
2.
Schroef de tandkransboorkop met de hand vast tot
de aanslag van de spil van het apparaat.
3.
Plaats een steeksleutel SW17 op het hiervoor be-
stemde sleutelvlak van de spil van het apparaat.
4.
Plaats een geschikte sleutel op het zeskantstaal.
5.
Zet het vast met het gedefinieerde aanhaalmoment
(zie Technische gegevens).
8.2 Reiniging van het apparaat
ATTENTIE
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleu-
ven!
Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
nl
79