4
Activeren van Surround of DSP-functie
U kunt voor de weergave drie soorten surround gebruiken—
Digital Multichannel Surround (Dolby Digital of DTS Digital
Surround), Dolby Pro Logic II en DSP-functies.
Digital Multichannel Surround—Dolby Digital of
DTS Digital Surround
U kunt Dolby Digital of DTS Digital Surround gebruiken voor
weergave van multikanaal bronnen met de externe apparatuur.
Activeren van Dolby Digital of DTS Digital Surround
Bij weergave van een met Dolby Digital of DTS Digital Surround
gecodeerde bron, herkent het systeem het formaat automatisch en
activeert Multichannel Surround.
– Zie "Luisteren met realistische geluidsvelden" op bladzijden 19 en
21 voor details aangaande de surroundfuncties.
Dolby Pro Logic II—Pro Logic II Music en
Pro Logic II Movie
Activeren van Pro Logic II-functies
Druk op SURROUND.
De laatst ingestelde Pro Logic II-functie wordt even
op het display getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de Pro
Logic II-functie in de volgende volgorde:
PL II MUSIC
PL II OFF
• De
PRO LOGIC II indicator licht op het display op indien
Dolby Pro Logic II-functie is geactiveerd.
– Zie "Luisteren met realistische geluidsvelden" op bladzijden, 19
en 21 voor details aangaande de Dolby Pro Logic II-functies.
DSP-functies—THEATER, HALL, LIVE CLUB,
DANCE CLUB
Activeren van DSP-functies
Druk op DSP.
De laatst ingestelde DSP-functie wordt even op het
display getoond.
• Door iedere druk op de toets verandert de DSP-
functie in de volgende volgorde:
LIVE HOUSE
DSP OFF
THEATER
– Zie "Luisteren met realistische geluidsvelden" op bladzijden, 19
en 21 voor details aangaande de DSP-functies.
Opmerkingen:
• Met bepaalde bronnen worden er geen signalen via de subwoofer
weergegeven.
• Maak voor een optimaal effect de vereiste luidsprekerinstellingen
alvorens een Surround of DSP-functie te activeren.
Zie "Setting menu" op bladzijden 55 en 56 voor details aangaande
het instellen van de luidsprekers.
SURROUND
PL II MOVIE
DSP
HALL
CONCERT
STADIUM
Weergave via de hoofdtelefoon
U kunt het geluid ook via een hoofdtelefoon beluisteren.
Verbind een hoofdtelefoon met de PHONES aansluiting op het
voorpaneel. De luidsprekers worden nu uitgeschakeld en u kunt het
geluid via de hoofdtelefoon beluisteren.
• De luidsprekers worden weer geactiveerd indien u de
hoofdtelefoon van de PHONES aansluiting ontkoppelt.
LET OP:
Verlaag beslist het volume:
• Alvorens de hoofdtelefoon aan te sluiten of op te zetten, daar een
hoog volume zowel de hoofdtelefoon als uw gehoor kan
beschadigen.
• Alvorens de luidsprekers weer in te schakelen, daar anders
mogelijk een zeer hoog volume via de luidsprekers wordt
weergegeven.
Instellen van de helderheid
U kunt de aanduidingen op het display en de verlichting van de
lampjes op het hoofdtoestel dimmen.
De volgende stappen moeten binnen een bepaalde tijd worden
uitgevoerd. Start opnieuw vanaf stap 1 indien de instelling wordt
geannuleerd voordat u klaar bent.
ALLEEN met de afstandsbediening:
1
Druk herhaaldelijk op DIMMER
totdat "DIMMER (met de huidige
instelling)" op het display verschijnt.
• Door iedere druk op de toets verandert de aanduiding op het
hoofddisplay in de volgende volgorde:
DIMMER *
* Verschijnt met het huidige niveau.
** Verschijnt met de resterende tijd.
2
Druk op cursor 3/2 om het
helderheidsniveau in te stellen.
• Het helderheidsniveau verandert in de
volgende volgorde:
DIMMER MIN (Minimum)
DIMMER MID (Midden)
DIMMER MAX (Maximum)
3
Druk op ENTER.
"OK" verschijnt op het display en het
helderheidsniveau is veranderd.
DIMMER
SLEEP
SLEEP **
ENTER
ENTER
17