– Enkel 1.355-143.0:
De meegeleverde vloersproeier is niet
geschikt voor gebruik op tapijten.
– Dit apparaat is geschikt voor industrieel
gebruik, zoals bijvoorbeeld in hotels,
scholen, ziekenhuizen, fabrieken, win-
kels, kantoorgebouwen en verhuurkan-
toren.
Apparaat-elementen
1 Filterzak van vlies
2 Luchtinlaatleidingen
3 Zuigslang
4 Typeplaatje
5 Kabelhaak
6 Handgreep
7 Netkabel
8 Zuigkop
9 Vergrendeling van de zuigkop
10 Zwenkwiel
11 Vuilreservoir
12 Stopcontact voor elektrische zuigborstel
13 Hoofdschakelaar
14 Omschakelaar harde oppervlakken/
vaste vloerbekleding
(afhankelijk van de uitvoering)
15 Vloersproeier
16 Zuigbuis
17 Netsnoerfixering
18 Opname voor vloerspuitkop
19 Vergrendeling van de afdekking
20 Afdekking
21 Zuigkrachtregelaar (traploos)
22 Elleboog
23 Afzuigfilter
24 Hoofdfilterkorf
25 Filter voor bescherming van de motor
26 Rooster van het motorbeschermingsfil-
ter
Kleurmarkering
– Bedieningselementen voor het reini-
gingsproces zijn geel.
– Bedieningselementen voor het onder-
houd en de service zijn lichtgrijs.
Inbedrijfstelling
Controleren, of hoofdfilterkorf in het ap-
paraat aangebracht is.
26
1 Gebruik met filterzak van vlies of filter-
zak van papier (extra accessoire)
2 Gebruik zonder filterzak
Montage van de filterzak
Zuigkop ontgrendelen en wegnemen.
Hoofdfilterkorf eraf nemen.
Vliesfilterzak of papieren filterzak (extra
toebehoren) aanbrengen.
Hoofdfilterkorf erin zetten.
Zuigkop eropzetten en vergrendelen.
Apparaat inschakelen
Steek de netstekker in de contactdoos.
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar in.
Reinigingswerking
Omschakelaar van de vloersproeier op
harde oppervlakken of vaste vloerbe-
kleding zetten.
Zuigkracht met de zuigkrachtregelaar
regelen (traploos).
Reiniging uitvoeren.
Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat aan de hoofd-
schakelaar uit.
Netstekker uittrekken.
Reservoir leegmaken.
Apparaat aan de binnen- en buitenkant
reinigen door afzuigen en afvegen met
een vochtige doek.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsels en beschadigingen!
Houd bij het transport rekening met het ge-
wicht van het apparaat.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
– 2
NL
Bedrijfsmodi
Bediening
Na elk bedrijf
Vervoer