Transport
Quick release assen voor ach-
terwielen
(6.2)
De achterwielen zijn uitgerust met
quick release assen. Zo kunt u de
wielen zonder gereedschap mon-
teren of verwijderen. Om een wiel
te verwijderen, drukt u gewoon de
quick release knop op de as in (1)
en trekt u het wiel weg.
LET OP:
Houd de quick release as inge-
drukt terwijl u de as in het frame
steekt om de achterwielen te monteren. Laat de
knop los om het wiel op zijn plaats te vergrende-
len. De quick release knop zou weer op zijn oor-
spronkelijke plaats moeten klikken.
Optie – Trapdop
Trapdop
(7.1)
Begeleiders gebruiken de trapdop
om een rolstoel over een obstakel
te kantelen. Trap gewoon op de
buis om een rolstoel bijvoorbeeld
over een stoep of een trede te
duwen.
Optie – Wielvergrendelingen
Wielvergrendelingen
(7.10)
Uw rolstoel heeft twee wielvergren-
delingen. Ze komen rechtstreeks
op de banden terecht. Om de ver-
grendelingen te gebruiken, drukt u
beide vergrendelingshendels naar
voren tot tegen de aanslagen (Fig.
10.1 + 10.3). Om de vergrendeling
ongedaan te maken, trekt u de
hendels weer naar hun oorspron-
kelijke positie.
Het remvermogen vermindert
wanneer:
• het loopvlak van de band versle-
ten is;
• de bandendruk niet groot
genoeg is;
• de banden nat zijn;
• de wielvergrendelingen niet goed
afgesteld zijn.
De wielvergrendelingen dienen niet
om een bewegende rolstoel te
doen remmen. U mag de wielver-
grendelingen dan ook niet gebrui-
ken om een bewegende rolstoel te
doen remmen. Rem altijd met
behulp van de hoepels. Zorg ervo-
or dat de afstand tussen de ban-
den en de wielvergrendelingen vol-
doet aan de vermelde specificaties
(Fig. 10.2 + 10.4). Om die afstand
aan te passen, draait u schroef (1)
los en stelt u de juiste afstand in.
Draai de schroef weer vast. (zie de
pagina over torque sleutel).
38
ALLROUND 615
1
04
07
10.1 Kniehelvelrem
1
3 mm
10.2 Kniehelvelrem
10.3 Standard Remmen
LET OP:
Telkens wanneer u de achter-
wielen hebt bijgesteld, moet u
nagaan of de afstand tot de wiel-
vergrendelingen in orde is. Pas
die indien nodig aan.
Verlenging van de remhendel
(7.11)
De verlenging van de remhendel
kan worden verwijderd of opge-
vouwen. Het gebruik van de lange-
re hendel kost u minder moeite om
de wielvergrendeling in werking te
zetten.
Opgelet:
Wanneer u de wielvergrendeling
te dicht bij het wiel monteert, zal
deze moeilijker te hanteren zijn.
Dit kan de verlenging breken!
De hendel kan ook breken wanneer u op de ver-
lenging gaat leunen tijdens transfers!
Opspattend water van de banden kan slecht fun-
ctioneren van de wielvergrendelingen veroorza-
ken.
Optie – De voetenplank instellen
De voetenplank instellen
(7.25)
Als u schroef (1) verwijdert, kunt u
de voetenplank aan de lengte van
uw onderbeen aanpassen. U kunt
de hoek van de voetenplank apart
aanpassen (behalve bij een vaste
voetenplank) door schroeven (2)
los te draaien. De voetsteunbeugel
(3) voorkomt dat uw voeten per
ongeluk van de plank glijden. Als u
klaar bent, moet u controleren of
alle schroeven stevig aangedraaid zijn (zie de pagi-
na over torque sleutel).
Optie – Voorwielen
Voorwielen
(7.43)
Omdat de aanpassingen aan de
zitting rechtstreeks op het zitframe
gemaakt worden, hoeft u niets te
veranderen aan de voorwielen. Om
de voorvork echter in een constan-
te hoek van 90° te houden, kunt u
de voorwielen enkel monteren in
de daarvoor bestemde openingen
(zie afbeelding). Als u klaar bent,
moet u controleren of alle schroe-
ven stevig aangedraaid zijn (zie de
pagina over torque sleutel).
1
10-15 mm
10.4 Standard Remmen
11
1
3
2
18
5''
4''
3''
24