Toepassingen
Verticaal stellen
• Gebruik de verticale laser om een verticaal referentievlak
te bepalen.
• Positioneer de gewenste object(en) todat ze gelijkgericht
zijn met het verticale referentievlak om te verzekeren dat
object(en) loodrecht staan.
Waterpas
• Gebruik de horizontale laser om het horizontale
referentievlak te bepalen.
• Positioneer de gewenste object(en) zondat deze gelijkgericht
zijn met het horizontale referentievlak om te verzekeren dat
object(en) waterpas zijn.
Rechthoek
• Gebruik de verticale of horizontale laserstralen om het punt
te bepalen waar de verticale en horizontale stralen elkaar
kruisen.
• Positioneer gewenste object(en) totdat ze gelijkgericht zijn
met de verticale en horizontale laserstraal om te verzekeren
dat object(en) haaks staan.
Zelfnivellering uitgeschakeld
(zie afbeelding
en
C
F
• Uitschakelen van de zelfnivellerende functie en maakt het
mogelijk de laser een stabiele laserstraal in elke gewenste
richting te projecteren.
Toetsenblok, modes en LED
Toetsenblokken
(zie afbeelding
Toets voor aan/uit/mode
Modes
(zie afbeelding
E
Beschikbare modes
• Horizontale lijn (naar voren)
• Alle horizontale lijnen (360° dekking)
• Alle horizontale en verticale lijnen
• Alleen verticale lijn
• Alle laserstralen uit
77-137
)
)
D
)
LED's
(zie afbeelding
D
Stroom-LED - GROEN branden
•
Stroom is aan
Stroom-LED - ROOD knipperen
•
Batterij bijna op
Stroom-LED - ROOD branden
•
Batterijen vervangen door nieuwe / opnieuw
opgeladen batterijen
Vergrendel-LED - ROOD branden
•
Pendulevergrendeling is aan
•
Zelfnivellering is uit
Vergrendel-LED - ROOD knipperen
•
Buiten compensatiebereik
Batterijen en voeding
Batterij installeren / verwijderen
(Zie figuur
)
B
Lasermeter
•
Draai het laserapparaat om. Verwijder het kapje van de
batterijhouder door het kapje aan te drukken en open
te schuiven.
•
Batterijen installeren / verwijderen Let op de polariteit bij
het plaatsen van de batterijen.
•
Sluit het kapje van de batterijhouder door het kapje terug
te schuiven en te vergrendelen.
WAARSCHUWING:
•
Let op de (+) en (-) markeringen in de
batterijhouder voor de juiste plaatsing van de
batterijen. Batterijen moeten van hetzelfde
type en vermogen zijn. Geen volle en halflege
batterijen samen gebruiken.
)
47