bij het apparaat.
• plaats geen voorwerpen die met vloeistof zijn gevuld, zoals
vazen, op of in de buurt van het apparaat. Deze voorwerpen
kunnen omvallen, waarbij de vloeistof de elektrische veilig-
heid kan aantasten.
4.3. In geval van storingen
Wanneer het apparaat niet goed werkt, kan zich een elektrosta-
tische ontlading hebben voorgedaan. Trek in dat geval het net-
snoer uit het stopcontact en neem de batterijen eruit. Plaats ver-
volgens opnieuw de batterijen en sluit het apparaat weer aan op
het stopcontact. Op die manier wordt het apparaat gereset.
4.4. Stopcontact bereikbaar houden
LET OP!
Ook wanneer het apparaat is uitgeschakeld, blijven er de-
len van het apparaat onder spanning staan (vermogens-
opname in stand-by = 0,20 W). Onderbreek de stroom-
voorziening van uw apparaat of schakel alle spanning uit
door de stekker van het netsnoer uit het stopcontact te
trekken.
• Sluit het apparaat alleen aan op een goed bereikbaar stop-
contact (100-240 V ~ 50 Hz) dichtbij de plaats van de installa-
tie. Om het apparaat zo nodig snel spanningsvrij te kunnen
maken, moet het stopcontact altijd goed toegankelijk zijn.
• Zorg er voor dat niemand over de kabel kan struikelen. Het
netsnoer mag niet ingeklemd of platgedrukt worden.
4.5. Bij beschadigingen
WAARSCHUWING!
Probeer in geen geval het apparaat zelf te openen en/
of te repareren. Daarbij bestaat gevaar voor een elek-
trische schok!
• Het apparaat niet in gebruik nemen als het apparaat of het
NL
FR
DE
7 van 50