Schoonmaken van het
apparaat
1. Attentie! Stekker uit het stopcontact
trekken resp. de zekering
uitschakelen of losdraaien!
2. Deurafdichting alleen met schoon
water schoonmaken en grondig
droogwrijven.
3. Het apparaat met lauw water met een
scheutje afwasmiddel schoonmaken.
Het sop mag niet in de temperatuur
kiezer of in de verlichting terechtkome.
Afb. 2
4. Na het schoonmaken: apparaat weer
aansluiten en inschakelen.
Om schoon te maken kunnen de
voorraadvakken in de deur eruit gehaald
worden. Afb. 5
Geen schoonmaakmiddelen gebruiken
die zand of zuren resp. oplosmiddelen
bevatten.
Dooiwatergootje en afvoergaatje, afb. 3,
regelmatig met een wattenstaafje, stokje
of iets dergelijks schoonmaken zodat het
dooiwater kan weglopen.
Zorg dat het sop niet door het afvoer
gaatje in de dooiwater opvangschaal
terechtkomt.
Attentie!
De legplateaus en voorraadvakken mogen
niet in de afwasautomaat gereinigd
worden. Ze kunnen vervormen!
*alleen bij apparaten met vriesvak
Energie besparen
S Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen. Niet direct
in de zon of in de buurt van een
warmtebron (verwarmingsradiator,
fornuis etc.). Gebruik eventueel een
isolatieplaat.
S Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen en pas daarna in het
apparaat zetten.
S De diepvrieswaren om te ontdooien in
de koelruimte leggen. Hierdoor benut
u de koude van de diepvrieswaren voor
het koelen van de levensmiddelen in de
koelruimte.
S De deur van het apparaat zo kort
mogelijk openen!
S Een laag rijp of ijs in de diepvriesruimte
vermindert de afgifte van koude aan
de diepvrieswaren en verhoogt het
energieverbruik. Het apparaat bij
vorming van rijp of ijs laten ontdooien! *
S Let erop dat de deur van het vriesvak *
goed gesloten is.
S De achterkant van het apparaat af en
toe met met een stofzuiger of borstel
reinigen om toename van het energie
verbruik te voorkomen.
nl
67