www.aeg.com
6
• Reinig het apparaat regelmatig om te
voorkomen dat het materiaal van het
oppervlak achteruitgaat.
• Gebruik geen waterstralen of stoom
om het apparaat te reinigen.
• Maak het apparaat schoon met een
vochtige, zachte doek. Gebruik alleen
neutrale schoonmaakmiddelen. Ge-
bruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes, oplosmiddelen of metalen
voorwerpen.
2.4 Verwijdering
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel of verstikking.
3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
8
7
3.1 Restwarmte-indicatie
De restwarmte-indicator geeft aan wan-
neer een kookzone heet is.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
U bedient de kookplaat met de knop-
pen van de oven. Het hoofdstuk Da-
gelijks gebruik van de oven vertelt u
hoe u de kookplaat moet bedienen.
Wanneer een kookzone is inge-
schakeld, maakt deze kort een
brommend geluid. Dit is kenmer-
kend voor alle glaskeramische
kookplaten en duidt niet op een
storing.
1
2
170 mm
265 mm
6
5
• Neem contact met uw plaatselijke
overheid voor informatie m.b.t. correc-
te afvalverwerking van het apparaat.
• Haal de stekker uit het stopcontact.
• Snijd het netsnoer van het apparaat af
en gooi dit weg.
Kookzone
1
Kookzone
2
Restwarmte-indicatie
3
Kookzone
4
3
Buitenste ring tiptoets
5
Buitenste ring tiptoets
6
4
Kookzone
7
Restwarmte-indicatie
8
WAARSCHUWING!
Verbrandingsgevaar door rest-
warmte!
4.1 In- en uitschakelen van de
buitenste ringen
Het verwarmingsvlak kan worden aange-
past aan de grootte van de pannen.
Raak sensorveld
tenste ring in te schakelen. Het controle-
lampje gaat branden.
Voer de procedure opnieuw uit om de
buitenste ring uit te schakelen. Het con-
trolelampje gaat uit.
/
aan om de bui-