4 Bediening
De zonneboiler VIH S kan door alle Vaillant zonnerege-
laars geregeld worden.
De boiler VIH R kan gecombineerd worden met diverse
thermostaten en CV-toestellen.
De boiler VIH RW wordt door de warmtepompregelaars
geregeld.
Het instellen en aflezen van de boilerwatertemperaturen
geschiedt telkens op de toegewezen thermostaat.
4.1
Warmwaterboiler vullen en leegmaken
Bij de inbedrijfstelling van uw boiler (b.v. na het uitscha-
kelen en leegmaken wegens langere afwezigheid) dient
u als volgt te werk te gaan:
• Open voor het eerste opwarmen een warmwatertap-
punt om te controleren of het reservoir met water ge-
vuld is en of de afsluitinrichting in de koudwatertoe-
voerleiding niet gesloten is.
• Controleer of de warmteopwekker gereed voor ge-
bruik is.
• Stel de boilerwatertemperatuur voor de VIH op de
thermostaat of op het CV-toestel in.
• De bereikte boilerwatertemperatuur kunt u op de
thermostaat of op het CV-toestel aflezen.
Aanwijzing!
h
Als de boiler voor het eerst wordt verwarmd of
langere tijd uitgeschakeld was, wordt het volle-
dige boilervermogen pas bereikt na een wacht-
tijd.
Aanwijzing!
h
Om economische en hygiënische redenen advi-
seren wij de boilertemperatuur in te stellen op
60 °C, bij de warmtepompboiler VIH RW 300 op
55 °C vanwege de lage systeemtemperaturen.
Dit zorgt voor een hoge mate aan rendabiliteit
zoals bedoeld in de wet inzake energiebesparing
en vertraagt de verkalking van de boiler.
Bij de buitenbedrijfstelling van de boiler gaat u in omge-
keerde volgorde te werk en maakt evt. (b.v. bij bevrie-
zingsgevaar) ook de boiler leeg.
Gevaar!
d
Sluit a.u.b. niet het veiligheidsventiel of de uit-
blaasleiding, om ervoor te zorgen dat in de boi-
ler geen te grote overdruk van meer dan 10 bar
wordt opgebouwd.
4.2 Onderhoud
Voor reiniging van de buitenkant van de boiler is een
vochtige, evt. in zeepsop gedrenkte doek voldoende.
Gebruik nooit schurende of oplossende reinigingsmidde-
len (schuurmiddelen, benzine e.d.), anders kan de toe-
stelmantel beschadigen.
Gebruiksaanwijzing en installatiehandleiding boilers uniSTOR, auroSTOR, geoSTOR 0020029429_02
4.3 Inspectie
en onderhoud
Voorwaarde voor de permanente inzetbaarheid, be-
trouwbaarheid en lange levensduur is het regelmatige
inspecteren/onderhouden van de boiler door de installa-
teur.
Attentie!
a
Probeer nooit zelf onderhoudswerkzaamheden
aan uw toestel uit te voeren. Geef daartoe op-
dracht aan een erkend installateur.
We raden u aan om een onderhoudscontract met een
erkend installateur af te sluiten.
Gevaar!
d
Niet uitgevoerde inspectie/onderhoudsbeurten
kunnen de bedrijfsveiligheid van het toestel be-
invloeden en materiële schade en lichamelijk
letsel veroorzaken.
Bij sterk kalkhoudend water is een periodieke ontkalking
aan te bevelen.
Bediening 4
NL, BE
NL
5