3.3 Models P-462 and P-464
In afbeelding 3 en de tabel daaronder worden de
belangrijkste voorzieningen weergegeven van de P-
462, voor gebruik met enkelwerkende cilinders, en P-
464, voor gebruik met dubbelwerkende cilinders.
Afbeelding 3, P-462 en P-50
Afbeelding 3
P-462
A
3-weg klep met 2 standen
B
3/8 NPTF Uitlaatpoort
C
Ontlucht-/vuldop
D
Pompstang
3.4 Model P-25, P-50, and P-51
In afbeelding 4 worden de P-25 en P-50
weergegeven, die beide uitgerust zijn met een
pompstang die in beide richtingen werkt. In
afbeelding 5 wordt de P-51 handpomp weergegeven.
De hoofdonderdelen van deze pompen vindt u in de
tabel daaronder.
Afbeelding 4, P-25 en P-50
Afbeelding 5, Model P-51
Tabel 3
P-464
4-weg klep met 3 standen
3/8 NPTF Uitlaatpoort
Ontlucht-/vuldop
Pompstang
Afbeelding P-25
4, 5
A
Ontlastventiel
B
1/4 NPTF
Uitlaatpoort
C
Ontlucht-/vuldop Ontlucht-/vuldop
4.0 INSTALLATIE
4.1 Aansluiten van de pomp
1. Draai de slang in de pompuitlaat. Wikkel
anderhalve
slag
schroefdraadafdichtmiddel)
slangaansluiting, waarbij de eerste volledige gang
wordt vrijgelaten om er zeker van te zijn dat de
tape niet in het hydraulische systeem terecht
komt en lekkage en/of schade veroorzaken. Knip
de losse uiteinden af.
2. Installeer een manometer tuseen de pomp en
cilinder voor grotere veiligheid en een betere
systeembediening.
3. Sluit de slang(en) aan op uw cilinder of
gereedschap.
OPMERKING: Bij enkelwerkende cilinders wordt één
slang tussen de pomp en de cilinderaangesloten. Bij
dubbelwerkende cilinders worden twee slangen
aangesloten. Sluit één slang aan tussen de drukpoort
van de pomp en de drukpoort van de cilinder. Sluit
een andere slang aan tussen de terugtrekpoort van
de pomp en de terugtrekpoort van de cilinder.
4.2 Ontluchten van de pomp
Zie onderstaande tabel om te bepalen of uw pomp
dient te werken met een reservoir met of zonder
ontluchting. Pompen met ontluchting leveren een
beter werkrendement. Bij pompen met een nylon
reservoir wordt de ontlucht-/vuldop 1/4 slag tegen de
klok in gedraaid om te ontluchten. Zie voor andere
pompen de sticker op de pomp. Sluit het ventiel
voordat u de pomp vervoert om olielekkage te
voorkomen. De P-80, P-801 en P-84 kunnen ontlucht
worden door het ventiel linksom open te draaien (met
de klok mee). Om de ontluchting te sluiten moet het
ventiel tegen de klok in dicht worden gedraaid.
ONTLUCHTEN
EHF-65 . . . . . . . . . . nicht belueftet
P-18 . . . . . . . . . . . . nicht belueftet .
P-25 . . . . . . . . . . beides moeglich
P-39, 1003. . . . . . . nicht belueftet
P-50 . . . . . . . . . beides moeglich
P-51 . . . . . . . . . . . . nur horizontal
P-80, 1006 . . . . . . beides möglich
P-84 . . . . . . . . . . beides möglich
P-141, 1001 . . . . . beides möglich
P-142, 1002 . . . . . beides möglich
P-142AL . . . . . . . . . nicht belueftet
4.3 Stand van de pomp
Zie onderstaande tabel om de juiste bedrijfsstand
voor uw pomp te bepalen. De P-80, P-801 en P-84
kunnen niet geventileerd worden als de pomp vertikaal
gebruik wordt. Die Pumpen P-80, P-801 und P-84
koennen bei vertikalem Einsatz nicht belueftet werden.
40
Tabel 4 en 5
P-50
P-51
Ontlastventiel
Ontlastventiel
1/4 NPTF
1/4 NPTF
Uitlaatpoort
Uitlaatpoort
Ontlucht-/vuldop
teflon-tape
(of
rond
P-202 . . . . . . . . . . beides möglich
P-391, 1004 . . . . . beides möglich
P-77 . . . . . . . . . . . . nur horizontal
P-392, 1005 . . . . . beides möglich
P-392AL . . . . . . . . . nur horizontal
P-462 . . . . . . . . . . . nur horizontal
P-464 . . . . . . . . . . . nur horizontal
P-801 . . . . . . . . . . . nicht belueftet
P-802 . . . . . . . . . . beides möglich
P-842 . . . . . . . . . . beides möglich
geschikt
de