d) Verwijder regelmatig zaagsel onder de
zaagtafel en/of van de stofafzuiging.
Opgehoopt zaagsel is brandbaar en kan vanzelf
ontvlammen.
e) Zet de tafelcirkelzaag vast. Een niet correct
vastgezette tafelcirkelzaag kan bewegen of
kantelen.
f) Verwijder instelgereedschap, houtresten
enz. van de tafelcirkelzaag, voordat u deze
inschakelt. Afbuiging of eventueel vastklemmen
kunnen gevaarlijk zijn.
g) Gebruik altijd zaagbladen van de juiste
grootte en met de juiste opnameboring (bijv.
stervormig of rond). Zaagbladen die niet bij de
montagedelen van de zaag passen, lopen scheef
en leiden tot verlies van controle.
h) Gebruik nooit beschadigd of verkeerd
zaagblad-montagemateriaal zoals flenzen,
sluitringen, schroeven of moeren. Dit
zaagblad-montagemateriaal is speciaal voor uw
zaag geconstrueerd, voor een veilige werking en
optimale prestatie.
i) Ga nooit op de tafelcirkelzaag staan en
gebruik de tafelcirkelzaag niet als trapje. Er
kan ernstig letsel optreden, als het elektrisch
gereedschap omvalt of als u per ongeluk met het
zaagblad in contact komt.
j) Zorg ervoor dat het zaagblad in de juiste
draairichting gemonteerd is. Gebruik geen
slijpschijven of draadborstels met de
tafelcirkelzaag. Ondeskundige montage van het
zaagblad of het gebruik van niet aanbevolen
toebehoren kan tot ernstig letsel leiden.
4.5
Overige veiligheidsinstructies
Neem de bijzondere veiligheidsinstructies in de
betreffende hoofdstukken in acht.
Neem eventueel de wettelijke richtlijnen of
ongevallenpreventievoorschriften inzake de
omgang met cirkelzagen in acht.
Algemeen gevaar!
Houd rekening met omgevingsomstandigheden.
Gebruik geschikte oppervlakken voor het zagen
van lange werkstukken.
Dit apparaat mag uitsluitend door personen die
met cirkelzagen bekend zijn en zich de gevaren
bij het werken steeds bewust zijn, in bedrijf
gesteld en gebruikt worden.
Personen beneden de 18 jaar mogen dit
apparaat slechts bedienen in het kader van een
beroepsopleiding en onder het voortdurend
toezicht van een ervaren leraar.
Let erop dat zich geen onbevoegde personen,
vooral geen kinderen, in de gevarenzone
begeven. Zorg ervoor dat geen andere
personen het apparaat of het snoer kunnen
aanraken.
Vermijd het oververhitten van de zaagtanden.
Vermijd bij het zagen van kunststoffen dat de
kunststof smelt.
Gevaar door elektrische stroom!
Stel dit apparaat niet bloot aan regen.
Gebruik dit apparaat niet in een vochtige of
natte omgeving.
Vermijd dat u tijdens werkzaamheden met dit
apparaat in contact komt met geaarde
elementen zoals radiatoren, buizen, ovens,
koelkasten.
Gebruik het snoer niet voor doeleinden
waarvoor het niet bedoeld is.
Gevaar voor verwondingen en
kneuzingen aan bewegende delen!
Neem dit apparaat nooit in gebruik zonder
gemonteerde veiligheidsvoorzieningen.
Houd steeds voldoende afstand van het
zaagblad. Gebruik desnoods geschikte
invoerhulpmiddelen. Houd tijdens het gebruik
voldoende afstand tot aangedreven onderdelen.
Wacht tot het zaagblad stilstaat, alvorens kleine
werkstukdelen, houtresten enz. uit het
werkbereik te verwijderen.
Rem het uitlopende zaagblad niet af door er aan
de zijkant tegenaan te drukken.
Controleer of het apparaat gescheiden is van
het stroomnet alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren.
Zorg ervoor dat er zich bij het inschakelen
(bijvoorbeeld na onderhoudswerkzaamheden)
geen montagegereedschap of losse onderdelen
meer in het apparaat bevinden.
Gevaar voor snijwonden ook bij
stilstaand snijgereedschap!
Trek veiligheidshandschoenen aan als u
snijgereedschap moet vervangen.
Bewaar de zaagbladen zo dat niemand zich
eraan kan verwonden.
Gevaar door terugslag van
werkstukken!
Werk uitsluitend met een correct ingesteld
spouwmes.
Zet het werkstuk niet "op z'n kant" (tijdens het
schaven).
Let erop dat het gebruikte zaagblad geschikt is
voor het materiaal van het werkstuk.
Gebruik voor het zagen van dunne werkstukken
of werkstukken met dunne wanden uitsluitend
zaagbladen met fijne tanding.
Zorg ervoor dat de zaagbladen steeds scherp
zijn.
Controleer in geval van twijfel de werkstukken
op vreemde voorwerpen (bijvoorbeeld nagels of
schroeven).
Zaag alleen werkstukken die groot genoeg zijn,
zodat ze bij het zagen veilig vastgeklemd
kunnen worden.
Intrekgevaar!
Zorg ervoor dat tijdens het gebruik geen
lichaamsdelen of kleding door roterende
onderdelen gegrepen en meegetrokken kunnen
worden (geen dassen, geen handschoenen,
geen kleding met brede mouwen; personen met
lang haar moeten absoluut een haarnetje
dragen).
Zaag nooit werkstukken waaraan zich
– touwen
– snoeren
– riemen
– kabels of
– draden bevinden of die dergelijke materialen
bevatten.
Gevaar door onvoldoende
persoonlijke beschermingsmiddelen!
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Draag een stofmasker.
Draag aangepaste werkkleding.
Bij werkzaamheden buiten is schoeisel met
antislip zool aanbevolen.
Gevaar door zaagsel!
Sommige soorten zaagsel (bijvoorbeeld van
beuken-, eiken- en essenhout) kunnen bij
inademing kankerverwekkend zijn. Werk
uitsluitend met aangesloten afzuiginstallatie. De
afzuiginstallatie moet voldoen aan de in
hoofdstuk 8.1 genoemde waarden.
De stofbelasting verminderen:
Stofdeeltjes die tijdens het werken met deze
machine ontstaan, kunnen stoffen bevatten die
kanker, allergische reacties, aandoeningen aan
de luchtwegen, aangeboren afwijkingen of
andere voortplantingsproblemen kunnen
veroorzaken. Enkele voorbeelden van dergelijke
stoffen zijn: lood (in loodhoudende verf),
additieven voor de behandeling van hout
(chromaat, houtverduurzamingsmiddelen),
enkele houtsoorten (zoals eiken- of beukenstof).
Het risico is afhankelijk van het feit hoe lang de
gebruiker of in de buurt aanwezige personen
aan de stofbelasting worden blootgesteld.
Deze stofdeeltjes mogen niet in het lichaam
terechtkomen.
Om de belasting met deze stoffen te
verminderen: zorg voor een goede ventilatie van
de werkplek en draag geschikte
beschermingsmiddelen, zoals bijv.
ademmaskers die in staat zijn om de
microscopisch kleine stofdeeltjes uit de lucht te
filteren.
Neem de voor uw materiaal, personeel,
toepassingsgeval en locatie geldende richtlijnen
in acht (bijv. arbeidsveiligheidsbepalingen,
afvalbehandeling).
Verzamel de ontstane stofdeeltjes op de plaats
waar deze ontstaan, voorkom dat deze
neerslaan in de omgeving.
Gebruik de meegeleverde stofopvanginrichting
en een geschikte stofafzuiging. Daardoor
komen slechts weinig deeltjes ongecontroleerd
in de omgeving terecht.
Verminder de stofbelasting door:
– de vrijkomende stofdeeltjes en de af te voeren
luchtstroom van de machine niet op de
gebruiker zelf of in de buurt aanwezige
personen of op neergeslagen stof te richten,
– een afzuiginstallatie en/of een luchtfilter te
plaatsen,
– de werkplek goed te ventileren en door te
stofzuigen schoon te houden. Vegen of blazen
wervelt het stof op.
– Zuig of was de beschermende kleding. Niet
uitblazen, uitslaan of uitborstelen.
Gevaar door technische wijzigingen of
het gebruik van onderdelen die niet door de
fabrikant zijn goedgekeurd en vrijgegeven
Monteer dit apparaat zoals in de handleiding
wordt aangegeven.
Gebruik hiervoor uitsluitend door de fabrikant
vrijgegeven onderdelen. Dit betreft in het
bijzonder:
– zaagbladen (bestelnummers zie hoofdstuk 13.
Toebehoren);
– Veiligheidsvoorzieningen.
Breng aan deze onderdelen geen wijzigingen
aan.
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Zorg dat het apparaat evenals de toebehoren
goed onderhouden worden. Neem hierbij de
onderhoudsvoorschriften in acht.
Controleer het apparaat voor het inschakelen
telkens op eventuele beschadigingen: voor het
gebruik moet de goede werking van de
veiligheidsinrichtingen, beveiligingen of licht
beschadigde onderdelen altijd zorgvuldig
gecontroleerd worden. Controleer of de
scharnierende onderdelen correct functioneren
en niet klemmen. Alle onderdelen moeten
correct gemonteerd zijn en aan alle
voorwaarden voldoen om een feilloze bediening
van het apparaat te garanderen.
Laat beschadigde beveiligingen of onderdelen
deskundig en door een gekwalificeerde vakman
herstellen of vervangen. Laat beschadigde
schakelaars in een servicewerkplaats
vervangen. Gebruik dit apparaat niet wanneer u
de schakelaar niet kunt in- en uitschakelen.
Gevaar door lawaai!
Draag oordoppen.
Let erop dat het spouwmes niet gebogen is.
Een gebogen spouwmes drukt het werkstuk
zijdelings tegen het zaagblad. Dit veroorzaakt
lawaai.
Gevaar door blokkerende werkstukken
of werkstukdelen!
Als er een blokkering optreedt:
1. apparaat uitschakelen,
NEDERLANDS nl
35