De eenvoudige bedieningshandelingen leren
Stilstaande beelden opnemen
In de stand
(Slim automatisch) analyseert de camera het onderwerp en
biedt u de mogelijkheid een opname te maken met de juiste instellingen.
1
Schakel de camera in door de Aan/Uit-schakelaar op ON
te zetten.
2
Richt de camera op het
onderwerp.
Wanneer de camera de scène herkent,
verschijnen het pictogram van
Scèneherkenning en aanwijzingen op
de LCD-monitor.
(Nachtopn. m. statief),
(Nachtportret),
(Tegenlichtopname),
m. tegenlicht),
(Landschap), of
3
Bij gebruik van een zoomlens,
draait u de zoomring en
bepaalt u het beeld.
(Nachtopname),
(Portret
(Portretopname),
(Macro).
Pictogram en aanwijzingen
Scèneherkenning
Zoomring
NL
25