REGELAARS EN HUN FUNCTIES
De afstandsbediening gebruiken
■ Batterijen plaatsen
Vervang alle batterijen als u merkt dat het werkingsbereik
van de afstandsbediening kleiner wordt. Voordat u nieuwe
batterijen plaatst, dient u het batterijvak schoon te vegen.
AA, R6, UM-3-batterijen
LET OP
•
Laat de afstandsbediening niet vallen.
•
Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de afstandsbediening om ontploffing of zuurlekkage te voorkomen.
•
Als u lekkende batterijen vindt, doe de batterijen dan onmiddellijk weg waarbij u ervoor zorgt dat u het weggelekte materiaal niet
aanraakt. Als het weggelekte materiaal in contact komt met uw huid, uw ogen of uw mond, spoel het dan onmiddellijk weg en
raadpleeg een arts. Maak het batterijvak goed schoon voordat u nieuwe batterijen plaatst.
•
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Hierdoor kan de levensduur van de nieuwe batterijen verkort worden of kunnen
de oude batterijen gaan lekken.
•
Gebruik geen verschillende types batterijen door elkaar (zoals alkaline- en mangaanbatterijen). Batterijen die er hetzelfde uitzien,
kunnen een verschillende specificatie hebben.
•
Voer batterijen af volgens de plaatselijke wet- en regelgeving.
•
Berg batterijen op buiten het bereik van kinderen.
Batterijen kunnen gevaarlijk zijn als een kind ze in de mond stopt.
•
Haal de batterijen uit het toestel als u van plan bent het toestel gedurende langere tijd niet te gebruiken. Anders lopen de batterijen
leeg en bestaat het gevaar van lekkage van batterijvloeistof met als gevolg mogelijke beschadiging van het toestel.
8
Nl
■ Werkingsbereik
Richt de afstandsbediening binnen het hieronder
weergegeven bedieningsbereik op de
afstandsbedieningssensor op het toestel. Er mogen zich
geen grote obstakels bevinden tussen de
afstandsbediening en het toestel.
Afstandsbediening
Ongeveer
6 m