laagdoorlaatfilters geactiveerd
Meetbereik
6 mA *2
60 mA
600 mA
6 A
60 A
100 A
AutoRange
*1 De meetwaarde wordt als echte effectieve meetwaarde (True RMS, AC-
koppeling) gemeten en aangeduid.
Bij niet sinusvormige curvevormen wordt de aanduidingswaarde minder
nauwkeurig. Zo bestaat voor de volgende Crest-factoren een extra
foutmarge:
Crest-factor van 1,0 tot 2,0 extra foutmarge + 6 %
Crest-factor van 2,0 tot 2,5 extra foutmarge + 7 %
Crest-factor van 2,5 tot 3,0 extra foutmarge + 9 %
Maximale Crest-factor:
De aangegeven nauwkeurigheid wordt vermeld voor 1 % - 100 % van het meet-
bereik en voor kabels die in het midden van de kabel met de meettang 1 wor-
den vastgehouden (zie afbeeldingen 2 tot 7). Voor leidingen die niet precies in
het midden omvat kunnen worden, moet rekening worden gehouden met een
extra fout van 1 % van de aangegeven waarde. Invloed van een magnetisch veld
van parallelle leidingen: 0,04 % typische waarde.
*2 +/- 3 digits
8.
Meten met de BENNING CM 9
8.1 Voorbereiden van de metingen
Gebruik en bewaar de BENNING CM 9 uitsluitend bij de aangegeven werken
opslagtemperaturen. Niet blootstellen aan direct zonlicht.
-
Storingsbronnen in de omgeving van de BENNING CM 9 kunnen leiden tot
instabiele aanduiding en/ of meetfouten.
-
Om de bediening te vergemakkelijken is de BENNING CM 9 voorzien van
een automatische achtergrondverlichting. Zodra de omgevingsverlichting
daalt, schakelt de achtergrondverlichting van de stroomtang in.
8.2
Lekstroommeting
8.2.1
Lekstroommeting aan de aardgeleider
Zie fig. 2:
Lekstroommeting aan de aardgeleider
8.2.2
Verschilstroommeting in 1fase systemen
Zie fig. 3:
Verschilstroommeting in 1-fase systemen
8.2.3
Lekstroommeting via aardleider (ontlader) bij 3fasen verzorging
Zie fig. 4:
Lekstroommeting via aardleider (ontlader) bij 3-fasen verzorging
8.2.4
Verschilstroommeting verbruikers 3fase gevoed, zonder nul
Zie fig. 5:
Verschilstroommeting verbruikers 3-fase gevoed, zonder nul
8.2.5
Verschilstroommeting verbruikers 3fase gevoed, met nul
Zie fig. 6:
Verschilstroommeting verbruikers 3-fase gevoed, met nul
8.2.6
Wisselstoommeting
Zie fig. 7:
Meten van wisselstroom.
9.
Onderhoud
De BENNING CM 9 mag nooit onder spanning staan als het
apparaat geopend wordt! Gevaarlijke spanning!
9.1 Veiligheidsborging van het apparaat
Onder bepaalde omstandigheden kan de veiligheid tijdens het werken met de
BENNING CM 9 niet meer worden gegarandeerd, bijvoorbeeld in geval van:
-
zichtbare schade aan de behuizing.
-
meetfouten.
06/ 2016
Nauwkeurigheid v/d meting *1
Resolutie
100 mV/ mA
10 mV/ mA
± (2 % meetwaarde + 8 digits)
1 mV/ mA
100 mV/ A
± (3 % meetwaarde + 10 digits)
10 mV/ A
± (12 % meetwaarde + 10 digits)
1 mV/ A
gemengd
1,6
2,0
3,0
BENNING CM 9
bij 50 Hz - 60 Hz
0...10 A
10...50 A
50...100 A
5000 - 6600 digits
3000 - 5000 digits
0 - 3000 digits
Beveiliging tegen
overbelasting
300 V
eff
54