Vervangen van de batterijen
Indien de frequentie-aanduiding knippert, ligt de voedingsspanning
in een bereik van ca. 4,5 tot 4,7 VDC. Een correcte meting is hier
niet meer mogelijk zodat het vervangen van de batterijen noodzake-
lijk wordt. Hiertoe dient u als volgt te werk te gaan:
- Schakel de frequentieteller uit ("OFF"),
- verwijder alle aangesloten snoeren,
- neem een kleine kruiskopschroevendraaier en
- maak de beide schroeven van de afdekking van het batterijvak
aan de onderkant van het toestel los.
- Haal de afdekking voorzichtig weg,
- verwijder de lege batterijen en
- vervang deze door nieuwe batterijen van hetzelfde type.
- Houd in ieder geval rekening met de juiste polariteit ("+" en "-").
- Sluit vervolgens het batterijvak weer voorzichtig.
Waarschuwing!
Gebruik de frequentieteller in geen geval indien het toestel geo-
pend werd. Laat geen lege batterijen achter in het meetappa-
raat, omdat zelfs lekvrije batterijen kunnen corroderen, waardo-
or chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor de
gezondheid resp. schade veroorzaken aan het batterijvak.
Lege batterijen zijn klein chemisch afval en dienen op milieuver-
antwoorde wijze verwerkt te worden. Hiervoor staan in spe-
ciaalzaken en in de meeste winkels alsmede bij de gemeenteli-
jke reinigingsdiensten speciale batterijbakken ter beschikking.
Technische gegevens, gevoeligheid
Ingang "A"
Frequentiebereik
: 50 MHz tot 2500 MHz
Resolutie:
"SLOW") tot 1 kHz (Gate Time "FAST")
60
0,1 kHz (= 100 Hz, Gate Time
Wenn Signale an Bauelementen oder Baugruppen von Schal-
tungen gemessen werden sollen, so verwenden Sie hierfür eine
Koaxleitung, welche auf der einen Seite mit einem BNC-
Stecker versehen ist, auf der anderen Seite aufgetrennt. Die
aufgetrennten Enden sind mit Krokodilklemmen versehen.
a7 Der Einsatz einer Teleskopantenne zur Erhöhung der Eingangs-
empfindlichkeit empfiehlt sich ab ca. 50 MHz (ganz ausgezo-
gen) bis über 1 GHz (zusammengeschoben).
Achtung !
Vergewissern Sie sich, daß die Schaltungen, in/an welcher Sie
Ihre Messungen vornehmen über einen Trenntransformator gal-
vanisch vom Netz getrennt sind. Verbinden Sie niemals die Ein-
/Ausgänge (BNC) direkt mit dem Netz, mit Chassis (=Baugrup-
penträger), an welchen Spannung anliegen kann und mit
Schaltungen, die ohne Transformatoren (galvanische Trennung
von Eingang und Ausgang) betrieben werden. Achtung Lebens-
gefahr!
Beachten Sie die max. Eingangsgrößen. Schließen Sie niemals
Spannungen größer als 88 Veff am Kanal C bzw. 5 Vpp an Kanal
A und Kanal B an. Überprüfen Sie vor jeder Messung alle BNC-
Buchsen auf Beschädigung oder Kurzschluß.
Falls der Quellenwiderstand bzw. die Leitungskapazitäten einer
direkten Leitungsverbindung zwischen dem Meßobjekt und dem
Frequenzzähler, vor allem bei hohen Frequenzen, unbekannt sind,
verwenden Sie für die Eingänge A und B einen 1:10-Tastkopf mit
einer geringen Kapazität. Verwenden Sie dagegen an Kanal C kei-
nen Tastkopf, da durch dessen rel. hohe Impedanz der Meßwert
verfälscht werden kann.
Eine Möglichkeit bei Koaxialleitungen, den Meßfehler bei hohen Fre-
quenzen gering zu halten, ist die Verwendung eines Durchgangs-
widerstandes (Terminator). Die Impedanz dieses Widerstandes, der
direkt am Frequenzzähler angeschlossen wird, sollte mit der Impe-
danz der Signalquelle bzw. der Leitung übereinstimmen.
9