Bedienings- en Montagehandleiding
Kluizen met een of twee elektronische codesloten:
Bij het codeslot hoort een eigen gebruiksaanwijzing. Deur openen is analoog aan de versie met sleutelslot.
BELANGRIJK: Wijzig de vooraf ingestelde fabriekscode en vervang deze door een persoonlijke code.
TIP: Bij het wijzigen van de cijfercode (mechanisch of elektronisch slot) moet de deur altijd open staan.
Controleer in ieder geval met geopende deur of de nieuwe cijfercode werkt.
2.2 De deur sluiten
Kluizen met twee dubbelbaardsleutelsloten:
Duw de deur stevig dicht, draai de deurkruk tot de aanslag linksom en draai beide sleutels eveneens linksom. Trek nu de
sleutels uit de deur.
Bij kluizen met deuraanslag links moet de deurkruk bij het sluiten rechtsom worden gedraaid.
TIP: Uw kluis is uitgerust met een gecertificeerd dubbelbaard-veiligheidsslot met "geforceerde sluiting".
De sleutel kan alleen worden verwijderd als het slot vergrendeld is.
Kluizen met een of twee mechanische combinatiesloten:
Het combinatieslot wordt geleverd met een eigen gebruiksaanwijzing. Deur sluiten is analoog aan de versie met
sleutelslot.
Kluizen met een of twee elektronische codesloten:
Bij het codeslot hoort een eigen gebruiksaanwijzing. Deur sluiten is analoog aan de versie met sleutelslot.
BELANGRIJK: Controleer na het sluiten of de deur goed op slot zit.
2.3 Sleutel verloren:
Voor elk sleutelslot ontvangt u standaard 2 dubbelbaardsleutels. Bij verlies van een of meer sleutels moet het slot om
veiligheidsredenen worden vervangen, anders vervalt de verzekeringsdekking. Als u een extra sleutel nodig heeft, ga dan
te werk volgens het bijgevoegde formulier "Sleutelbestelling".
Om veiligheidsredenen kunnen vervangende sleutels normaal gesproken alleen worden gemaakt op vertoon van een
originele sleutel.
Bewaar uw sleutels zorgvuldig. Bij verlies moet de kluis met geweld worden geopend, wat hoge kosten voor u met zich
meebrengt.
2.4 Instellen van de planken
De kluis is voorzien van in hoogte verstelbare planken. Elke plank rust op vier houders die in de zijwandprofileringen van
de kluis zijn gehangen. Om een plank te verstellen, moet de plank uit de kluis worden gehaald, waarna de vier houders in
de gewenste nieuwe profileringen gehangen kunnen worden.
3.
Verankering en montage
3.1
Algemeen
Als u de inhoud (materiële activa) van uw kluis wilt verzekeren, is de professionele bevestiging van een kluis met een
eigen gewicht van minder dan 1000 kg een minimumvereiste volgens de Europese norm DIN EN 1143-1. Stem de
algemene voorwaarden met betrekking tot de installatieplaats en de verankering af met uw verzekeraar.
De kluis bereikt zijn optimale beschermende functie pas na bevestiging aan een massief onderdeel van het gebouw.
Gebruik uitsluitend de in de kluis aangebrachte verankeringsgaten om de noodzakelijke vaste verbinding te maken. Uw
kluis is standaard voorzien van twee verankeringsgaten in de bodem. Als de kluis moet worden aangesloten op een
inbraakalarmsysteem (EMA), moet het tweede verankeringsgat voor de afscheurmelder worden gebruikt. Afhankelijk
van het model kan uw kluis ook extra verankeringsgaten hebben.
De professionele verankering moet minstens gebeuren met een keilbout. Het volgende bevestigingsmateriaal -
goedgekeurd door VdS - wordt standaard bij de kluis meegeleverd:
2 stuks inslagankers EA II M16 (Ø20mm; lengte 70mm)
2 stuks zeskantkopschroef M16x50 incl. sluitringen
1 stuk inslagereedschap Ø20x300mm
Het inslaganker EA II M16 is geschikt voor hoogvaste ondergrond (ten minste beton van klasse C12/15 of natuursteen
met een dichte structuur) voor vlakke bodemverankering, d.w.z. zonder extra bodemstructuur erboven, zoals een
dekvloer, een isolatielaag of tegels.
ATTENTIE: Indien het meegeleverde bevestigingsmateriaal niet kan worden gebruikt vanwege de aard van de
ondergrond, moet het bevestigingsmateriaal worden aangepast aan de omstandigheden van de ondergrond.
22.07.2024 / A1014195
Pegasus Pro - kluis
(deuraanslag rechts)
(alleen bij versie met sleutelslot)
DE/EN/FR/NL
Seite 32 von 40