Werbung
Verfügbare Sprachen
Verfügbare Sprachen
Batterij aansluiten
• Zorg ervoor dat de batterij stevig in de houder zit.
• Sluit eerst de positieve pool aan, de rode kabel.
• Sluit vervolgens de zwarte kabel aan, de negatieve pool.
Zorg er altijd voor dat je de juiste kabel op de juiste accupool aansluit.
Koude start
• Zorg ervoor dat het apparaat is bijgetankt.
• Koppel alle stroomverbruikers van het apparaat los.
• Meet het oliepeil voor elke start, zie Reiniging, onderhoud en verzorging op pagina
26, controleer de bougiedop in Bougiedop vervangen op pagina 31 en het luchtfilter
in Reiniging, onderhoud en verzorging op pagina 26 om er zeker van te zijn dat het
intact is en goed vastzit.
De motor is uitgerust met een oliesensor. Als het oliepeil te laag is, gaat de oliesensor
af en kan er niet gestart worden.
Het apparaat wordt geleverd zonder olie. Er zijn echter olieresten in de motor. Vul
vóór gebruik altijd olie bij volgens de instructies!
Aanzetten
Materiële schade en milieuschade dreigen. Kabelverbindingen kunnen losra-
ken tijdens het gebruik. Controleer of alle zichtbare kabelverbindingen goed
vastzitten. Controleer het brandstofsysteem voor elke start op lekkage!
• Open de benzinekraan. Zie ook Fig. 6.
• Steek de contactsleutel in het contactslot. Draai de sleutel naar
• de positie "ON
• Zet de stroomonderbreker in de stand "OFF" (naar beneden drukken).
• Zet de chokehendel (18) in de koudestartstand (linker aanslag). Zie Fig. 7.
• Draai de contactsleutel in de stand "START" (of trek aan de
• Kabel doortrekken).
• Zodra de machine gestart is, laat u de contactsleutel los en zet u de chokehendel in
de werkstand (stop rechts).
NL
V. 1.0
23
Werbung
