Herunterladen Inhalt Inhalt Diese Seite drucken

Elektrische Aansluiting; Voorwaarden Voor Een Juist Gebruik; Inbedrijfstelling En Functie; Algemeen - Pfannenberg DTS Betriebsanleitung

Inhaltsverzeichnis

Werbung

Verfügbare Sprachen
  • DE

Verfügbare Sprachen

  • DEUTSCH, seite 3
4) Slang voor condensafvoer uit de boring in de bodem van het apparaat
trekken. Slang met hellingsgraad leggen. Indien nodig inkorten.
5) Als de montage van het koelapparaat zonder afdekkap
gebeurde, steek dan de aardingskabel en de verbindingskabel
naar het weergave-element op de kap en monteer deze op
het koelapparaat.
6) Kabel conform aansluitschema (zie achterzijde van het apparaat) op
de stekkers (bijartikel) klemmen en aansluiten op het apparaat.
- kabeldiameter: 0,5 . 2,5 mm², resp. AWG20-AWG14 (bij de
keuze van de kabeldiameters dienen de relevante bepalingen in
acht te worden genomen!)
7) Koelapparaat op elektriciteit aansluiten. (zie hoofstuk 8.4).
8.4

Elektrische aansluiting

Oppassen!
Het koelaggregaat moet met een scheidingstransformator op
het net aangesloten worden. De scheidingsschakelaar voor het
aggregaat moet van een type zijn met een gespecificeerde con-
tactopening van 3 mm (in uitgeschakelde toestand).
Een temperatuurregelaar op de voedingszijde van het koelag-
gregaat is niet toegestaan.
De lijnbeveiligingsautomaat moet overeenkomen met de speci-
ficaties die op het typeplaatje vermeld zijn.
De elektrische aansluiting en de eventuele werkzaamheden aan het
systeem mogen uitsluitend door vakmensen uitgevoerd worden.
Voedingsaansluiting (net):
De netspanning en de netfrequentie moeten overeenkomen met de
nominale waarden zoals die op het typeplaatje vermeld zijn.
Het leggen van de aansluitleiding veronderstelt geen bijzondere
vereisten
Oppassen! Beschadiging van het koelaggregaat door
overspanning.
Betreft koelapparaten voor nominale spanning 400 V/440 V.
Optioneel kunnen enkele apparaten, afwijkend van de
standaard (400 V/440 V), aan een andere nominale spanning
worden aangesloten (Spanningsbereik zie bijlage). De
toevoerleiding op de primaire zijde van de transformator
moet daarvoor omklemd worden.
Oppassen! Door een verkeerde draairichting kan het
koelaggregaat beschadigd worden.
Controleer
voor
draaistroomapparaat de draairichting van het draaiveld, om
een vernietiging van de compressor te verhinderen. De
draairichting moet rechts (met de wijzers van de klok) zijn.
Deurcontact:
Het deurcontact wordt vanuit het koelapparaat van een lage spanning
(<20V, 20 mA) voorzien.
Om storingsinvloeden te vermijden, wordt aangeraden een afge-
schermde kabel met paarsgewijs ineengedraaide leidingen te ge-
bruiken. Het scherm kan eenzijdig aan de PE-klem, die daarvoor
voorzien is op het koelapparaat, aangesloten worden.
Als het gebruik van afgeschermde kabels niet mogelijk is, moet
er bij het leggen van de kabels op gelet worden, dat deze niet in
directe nabijheid van potentiële storingsbronnen (bijv. voedings-
leidingen, componenten met verhoogde elektromagnetische stra-
ling) gelegd worden.
085 408 064d
de
inbedrijfstelling
van
OPGELET: Er mag geen externe spanning aangelegd
worden.
Indien er geen deurcontactschakelaar wordt gebruikt, moe-
ten de aansluitcontacten worden overbrugd.
Verzamelstoringsmelding:
Om de storingsmeldleidingen aan te sluiten staan 2
aansluitcontacten ter beschikking (zie aansluitschema op de
achterzijde van de behuizing). Het leggen van de storingsmeldleiding
veronderstelt geen bijzondere vereisten
OPGELET: Het contact mag met max. 230V, 1A belast
worden.
Multimaster:
(Optioneel, enkel voor apparaten met comfort of
multi controller)
Om de Multimasterleidingen aan te sluiten, staan telkens 2
aansluitcontacten (aan de kant van de ingang en de uitgang) ter
beschikking (zie aansluitschema aan de achterzijde van de behuizing).
De contacten worden uit het koelapparaat met een lage spanning
(< 20V, 20mA) gevoed.
OPGELET: Er mag geen externe spanning aangelegd
worden.
Om storingsinvloeden te vermijden, wordt aangeraden,
afgeschermde kabels met paarsgewijs ineengedraaide leidingen
te gebruiken. De kabelafschermingen kunnen aan beide zijden
aan de te verbinden koelapparaten gelegd worden (PE-klemmen).
Als het gebruik van beschermde kabels niet mogelijk is, moet er
bij het leggen van de kabels op gelet worden, dat deze niet in
directe nabijheid van potentiële storingsbronnen (bijv.
voedingsleidingen,
elektromagnetische straling) gelegd worden.
• Er mogen maximaal 20 apparaten via de bus bediend worden.
Schema van de Multimasterbedrading
9

Voorwaarden voor een juist gebruik

De spanning mag niet meer dan ± 10 % van de gespecificeerde
spanning afwijken.
De frequentie mag niet meer dan ± 3 Hz van de gespecificeerde
waarde afwijken.
De omgevingstemperatuur moet onder 55°C (opties: zie bijlage)
liggen.
Het apparaat mag slechts gebruikt worden in omstandigheden waar
het in staat is om het gevraagde koelvermogen op te brengen.
Er mag uitsluitend met het voorgeschreven koelmiddel gewerkt worden.
Er mag uitsluitend van originele fabrieksonderdelen gebruik gemaakt
worden.
een

10 Inbedrijfstelling en functie

10.1 Algemeen

Het koelapparaat is met een elektronische besturing uitgerust. Met
behulp van een temperatuursensor wordt de temperatuur van de
aangezogen binnenlucht van de schakelkast vastgelegd. Met behulp
van een codeerschakelaar op de besturingsprintplaat kunnen ver-
schillende gewenste temperaturen van de schakelkast alsook de
bovenste grenstemperaturen ingesteld worden (zie bijlage). Bij
apparaten met multi controller gebeurt de instelling via een weergave-
en bedieneenheid.
Het overschrijden van de grenstemperatuur leidt tot een
storingsmelding. Bij apparaten met comfort- of multi controller kan
bovendien een onderste grenstemperatuur bewaakt worden
componenten
met
verhoogde
27

Werbung

Inhaltsverzeichnis
loading

Diese Anleitung auch für:

Dti

Inhaltsverzeichnis