• Bij een goed aangesloten netstekker gaat de groene indicatie "L"
(3) branden.
• Als daarentegen de rode indicatie "N" (2) gaat branden, dan moet
u de netstekker in de contactdoos (wandcontactdoos) 180° draai-
en. Dit is een extra beveiligingsmaatregel om gevaren bij aange-
sloten, defecte apparaten te voorkomen.
Indien beide signaalaanduidingen branden, betekent
dit dat de aardleiding ontbreekt. Neem in dit geval
de voorschakeltransformator niet in gebruik en laat
de contactdoos door een vakman controleren. Een
onderbroken aardleiding kan in geval van storing
levensgevaarlijk worden!
Aansluiting van een verbruiker
Op de stopcontacten is onafhankelijk van de keuze van de ingangs-
spanning altijd de volgende uitgangsspanning aanwezig:
230V~ op veiligheidsstopcontact (1) en
115V~ op US stopcontact met randaarde (4).
Let bij de aansluitkabels (netsnoeren) op een onbe-
schadigde isolatie.
Let hierbij op dat de verbruiker uitgeschakeld is als
deze met de voorschakeltransformator wordt ver-
bonden. Een ingeschakelde verbruiker kan bij aan-
sluiting op de bussen leiden tot vonkvorming, waar-
door zowel de aansluitklemmen als ook de
aangesloten kabels beschadigd kunnen raken.
44