Nederlands
26
Huidtype
I
II
III
IV
V
VI
Het apparaat gebruiken
2 Pas de lichtintensiteit aan door een of meerdere keren op de
aan/uitknop te drukken tot de benodigde stand is bereikt. Het
bijbehorende intensiteitslampje brandt wit.
3 Lumea mag nooit pijnlijk zijn. Als u ongemak ervaart, verlaagt u de
lichtintensiteit.
4 Na recent bruinen voert u een huidtest uit om de juiste stand voor de
lichtintensiteit te bepalen.
Huidtint
Wit: u verbrandt altijd en wordt
nooit bruin.
Beige: u verbrandt snel en wordt
nauwelijks bruin.
Lichtbruin: u verbrandt snel en
wordt langzaam lichtbruin.
Gemiddeld bruin: u verbrandt
zelden en wordt snel bruin.
Donkerbruin: u verbrandt zelden
en wordt zeer snel bruin.
Zeer donkerbruin of donkerder:
u verbrandt zelden of nooit en
wordt zeer bruin.
Opmerking: uw huid kan om uiteenlopende redenen op verschillende
dagen/momenten verschillend reageren.
1 Maak het opzetstuk en het lichtvenster voor gebruik schoon.
2 Steek de kleine stekker in het apparaat en steek de adapter in het
stopcontact.
3 Schakel het apparaat in en selecteer de juiste lichtintensiteit voor uw
huidtint.
Stand voor lichtintensiteit
4/5
4/5
4/5
3/4
U kunt het apparaat niet
gebruiken
U kunt het apparaat niet
gebruiken