6. IN OF UIT EEN VRACHTWAGEN LADEN
6.1.
Als u de maaier op een vrachtwagen laadt,
schakel de motor van de vrachtwagen dan uit,
schakel de parkeerrem van de vrachtwagen in
en blokkeer de wielen om te voorkomen dat de
vrachtwagen onverwachts in beweging komt.
6.2.
Let goed op dat de omstandigheden rond de
maaier veilig zijn en laat u door iemand helpen
bij het in- en uitladen. Laat nooit iemand in de
buurt van de maaier komen, zeker voor of ach-
ter de machine.
6.3.
Als u de maaier op een vrachtwagen laadt,
brengt u het maaidek volledig omhoog en rijdt u
de maaier langzaam recht achteruit. Rijd voor-
uit als u de maaier uit de vrachtwagen haalt
6.4.
Als de motor onverwachts stilvalt op de op-
rijplaten, drukt u onmiddellijk het rempedaal in
en laat u de maaier op de grond rollen door het
rempedaal geleidelijk los te laten. Start de mo-
tor en probeer opnieuw.
6.5.
Gebruik oprijplaten met dezelfde of betere spe-
cificaties dan hieronder aangegeven. Wanneer
de maaier is uitgerust met andere uitrusting
dan die vermeld in de specificaties, vraag dan
uw dealer om advies.
Specificaties van de oprijplaten
voor de SXG 323 en SXG 326
• Lengte ......meer dan 4 keer de hoogte van het
platform van de vrachtwagen
• Breedte (effectieve breedte) .....meer dan 30 cm
• Vereist aantal ................................ 2 oprijplaten
• Capaciteit (één oprijplaat) ........meer dan 750 kg
• De oprijplaten moeten voorzien zijn van een
antisliplaag.
• Deze specificaties gelden voor maaiers met de
volgende opstelling.
- De maaier is niet voorzien van uitrusting of een
cabine anders dan het standaardmaaidek en
de standaardopvangbak.
- De maaier is voorzien van een standaardmaai-
dek en standaardopvangbak.
VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
AFB. 8
Hoogte
AFB. 9
13