Namen en functies van onderdelen (afstandsbediening)
a
b
c
d
e
f
Als zowel het apparaat als de afstandsbediening toetsen hebben
met dezelfde functies, wordt in deze handleiding slechts één
van deze behandeld. De andere toets kan op dezelfde manier
worden gebruikt.
66
a
Toets STANDBY/ON
Druk hierop om het apparaat op standby te zetten of aan te
g
schakelen.
b
Toetsen INPUT
Hiermee wordt de afspeelbron gekozen.
o Met de toets USB wordt de USB-poort aan de achterzijde
geselecteerd.
o De toets TUNER wordt met dit apparaat niet gebruikt.
h
c
Toets UPCONVERT
Hiermee wordt de instelling voor upconversie gewijzigd.
i
d
Toets FILTER
j
Hiermee wordt de filterinstelling gewijzigd.
Hiermee wordt het filter volgens de ingang (PCM of DSD)
gewijzigd.
k
e
Toetsen op/neer (k/j)
Gebruik deze, om instellingsonderdelen te selecteren.
f
Toets MUTE
Gebruik deze om het geluid tijdelijk te blokkeren.
g
Toets DIMMER
Wordt gebruikt om de helderheid van de display van het hoofd-
apparaat in te stellen.
h
Toetsen INFO, PROGRAM en CLEAR
Deze toetsen worden met dit apparaat niet gebruikt.
i
Toets MENU
Hiermee wordt de instellingsmodus geactiveerd (pagina 72).
Indrukken om in instelmodus terug te gaan naar het vorige
scherm.
j
Toets ENTER
Indrukken om het geselecteerde onderdeel te bevestigen.
k
Toetsen VOLUME (+/−)
Gebruik deze toetsen om het geluidsvolume aan te passen.