BELANGRIJK: De warmte die nodig is om oververhitting te detecteren is op zichzelf voldoende om
verkleuring of vervorming van de tankwanden te veroorzaken als de tank niet gevuld is. Zorg er altijd
voor dat er voldoende olie in de tank zit.
4) Gebruik de knoppen (3) en (4) om de gewenste bedrijfstemperatuur in te stellen. Het ingestelde
temperatuurbereik ligt tussen 60°C en 190°C. Wanneer de werkelijke olietemperatuur de ingestelde
temperatuur niet bereikt, gaat de verwarmingsindicator "HEATING" (8) branden. Wanneer de
werkelijke temperatuur de ingestelde temperatuur bereikt, gaat het lampje "KEEP WARM" (7)
branden.
5) Na het inschakelen van de knop "TIMER" (5) kunt u de bedrijfstijd van de friteuse instellen.
Aanpassingen worden gemaakt met behulp van de knoppen (3) en (4). Na het instellen van de
regelaar begint het aftellen, het display geeft de resterende tijd weer. Als de tijd om is, klinkt er een
akoestisch signaal en wordt het apparaat uitgeschakeld.
6) Nadat de olie is opgewarmd tot de ingestelde temperatuur, gaat het VERWARMINGSlampje (8) uit
en gaat het KEEP WARM-lampje (7) branden.
7) Je kunt beginnen met frituren.
8) Als TIMER niet is ingesteld, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld na 4 uur inactiviteit.
9) Schakel na beëindiging van de werkzaamheden de machine uit met de hoofdschakelaar en wacht
tot de olie is afgekoeld.
10) Nadat het apparaat is afgekoeld, tapt u het af (laat de gebruikte olie uit het apparaat af in een apart
vat met behulp van de aftapkraan) en reinig het. Deze handeling moet na elk gebruik worden
uitgevoerd om het apparaat te allen tijde in een hygiënisch perfecte staat te houden. Bescherm bij
verdere reiniging van het apparaat de elektronische componenten tegen vocht, vooral tegen water,
om kortsluiting en elektrische schokken te voorkomen. Voor een grondige reiniging van het apparaat
is, als dit regelmatig gebeurt, een geïmpregneerde doek voldoende!
11) Als het apparaat niet wordt gebruikt of gedurende langere tijd wordt opgeslagen, let dan op de
opslagomstandigheden. Om stofophoping in het apparaat te voorkomen, moet de lucht in de ruimte
waar het apparaat wordt opgeslagen droog zijn en moet u er, indien mogelijk, ook voor zorgen dat
het apparaat wordt afgedekt.
12) Het wordt aanbevolen om het apparaat los te koppelen van de stroomvoorziening wanneer het niet
in gebruik is.
3.5.
Reiniging en onderhoud
a)
Inden hver rengøring, justering eller udskiftning af tilbehør, og også når apparatet ikke er i brug, skal du
tage netstikket ud og lade apparatet køle helt af.
b)
• Voor reiniging van het oppervlak mogen alleen niet-corrosieve middelen worden gebruikt.
c)
Gebruik voor reiniging alleen milde reinigingsmiddelen bedoeld voor het schoonmaken van
oppervlakken die in contact komen met levensmiddelen.
d)
Na elke reiniging moeten alle onderdelen grondig worden gedroogd voordat het apparaat opnieuw
wordt gebruikt.
e)
• Bewaar het apparaat op een koele en droge plaats, beschermd tegen vocht en direct zonlicht.
f)
Het is niet toegestaan het apparaat met een straal water te besproeien of het apparaat in water onder
te dompelen.
g)
Zorg ervoor dat er geen water binnendringt via de ventilatieopeningen in de behuizing.
h)
Reinig de ventilatieopeningen met een borstel en perslucht.
i)
Het apparaat dient regelmatig worden gecontroleerd op technische operatie en eventuele schade.
j)
Gebruik voor reinigen een zachte, vochtige doek.
NL