Gebruik
Na het inschakelen van het apparaat heeft de zuurstofsensor een
inlooptijd van minimaal 10 minuten nodig nadat de accu's/batterij-
en zijn geplaatst en niet helemaal leeg waren. Na het wisselen van
een accu/batterij of de volledige ontlading van de accu's/batterijen
is een inlooptijd van 1 uur nodig, die op het apparaat wordt aange-
geven. Tijdens deze inlooptijd is het niet mogelijk om het apparaat
te gebruiken.
Na de inlooptijd is een verse lucht kalibratie nodig. Deze procedu-
re resulteert uit de bovengenoemde afhankelijkheid van de partië-
le druk en geldt tot een hoogte van 1000 m boven NAP. De verse
lucht kalibratie moet in het algemeen onmiddelijk voor de meting
worden uitgevoerd!
Daarbij moet de verse lucht vrij zijn van meetgassen of andere sto-
rende gassen.
De verse lucht kalibratie moet gebeuren zonder dat de kalibratie-
adapter geplaatst is.
3. Verse lucht kalibratie als volgt uitvoeren:
Apparaat op verse lucht kalibreren. Bij de verse lucht kalibratie
wordt de weergave van de sensor XXS O2 op 20,9 Vol.-% gezet.
4. »+«-toets 3 keer indrukken. Het symbool voor de verse lucht kali-
bratie »
« verschijnt.
5. »OK«-toets indrukken om de verse lucht kalibratie te starten. De
meetwaarde knippert.
Als de meetwaarde stabiel is:
6. »OK«-toets indrukken om de verse lucht kalibratie uit te voeren.
Afwisselend worden de actuele gasconcentratie en »OK« weerge-
geven.
7. »OK«-toets indrukken om de verse lucht kalibratie te verlaten of
ca. 5 seconden wachten. Als tijdens de verse lucht kalibratie een
fout is opgetreden, verschijnt de storingsindicatie »X«. In plaats
van de meetwaarde wordt bij de O2-sensor » - - « aangegeven.
56
8. Het storingsalarm moet bevestigd worden. In dit geval moet de
verse lucht kalibratie herhaald worden. Als de kalibratie nog een
keer mislukt, moet de sensor door Dräger of geautoriseerd perso-
neel opgeleid door Dräger gecontroleerd en indien nodig vervan-
gen worden. Na een gelukte verse lucht kalibratie is het apparaat
gereed om te
meten.
AANWIJZING
i
i
Bij het meten van zuivere zuurstof klinkt een alarm als een
concentratie van 100 Vol.-% wordt bereikt. Dit alarm kan pas
met de »OK«-toets bevestigd worden als de gemeten zuur-
stofconcentratie weer op een waarde onder de alarmgrens
van 100 Vol.-% is gedaald. Daarvoor moet de hoofdpom-
padapter van de
®
Dräger X-am
5000 worden verwijderd, zodat er voldoende
verse lucht bij de sensor kan komen.
In sommige gevallen kan het voorkomen dat de meetbereik-
waarde wordt overschreden. Dit wordt aangegeven met
»
« (meetbereikoverschrijding). In dit geval moet de toe-
voer van gas gestaakt en een nieuwe verse lucht kalibratie
volgens hoofdstuk 3.1 uitgevoerd worden. Daarna moet de
meting herhaald worden. Als de Dräger X-am
keer een overschrijding van het meetbereik aangeeft, moet
deze met een referentiemeting worden gecontroleerd. Daar-
voor een zuurstof-ademluchtmengsel gebruiken waarvan de
zuurstofconcentratie bekend en lager is dan 100 Vol.-% (bij-
voorbeeld 60 Vol.-%). Als bij deze meting een waarde onder
de buiten het normale bereik van de sensor gemeten wordt,
moet het apparaat voor controle naar Dräger worden
gestuurd.
®
5000 nog een
OxyTest 2000