Ingebruikname / Bediening / Onderhoud en reiniging
Materialen: mortel- / betonresten, tegel- / vloer-
bekledingslijm, verf- / silicoonresten
Toepassing:
·
Verwijderen van materiaalresten, bijvoorbeeld
lijmresten van vloerbedekking op de vloer (zie
afb. D)
Schuurplaat
Materialen: hout en metaal (schuurpapier inbe-
grepen), verf*, gesteente*
*afhankelijk van het schuurpapier
Toepassing:
·
Schuren van randen en moeilijk toegankelijke
gebieden (zie afb. E en F)
Schuurpapier op de
schuurplaat bevestigen
Plaats het schuurpapier
de schuurplaat
.
14
Gereedschap wisselen
(zie afb. G)
LETSEL! Haal voor alle werkzaamheden
aan het elektrisch gereedschap de accu
uit het apparaat.
V erwijder zo nodig een reeds gemonteerd hulp-
stuk. Draai hiervoor met de binnenzeskantsleu-
tel
de spanschroef
10
hulpstuk.
P laats het gereedschap (bijv. het invalzaag-
blad
) op de gereedschapsopname.
13
OPMERKING: U kunt de gereedschappen in
willekeurige rasterposities op de gereedschaps-
houder plaatsen.
62 NL/BE
in het midden van
15
GEVAAR VOOR
los en verwijder het
7
B evestig het hulpstuk met de spanschroef
de spanschijf.
Draai hiervoor de spanschroef
binnenzeskantsleutel
C ontroleer het hulpstuk op correcte
montage. Verkeerd of niet veilig bevestigde
hulpstukken kunnen tijdens het bedrijf losraken
en persoonlijk letsel veroorzaken.
B ediening
In- / uitschakelen
Q
S chuif de AAN- / UIT-Schakelaar
om het apparaat in te schakelen.
S chuif de AAN- / UIT-Schakelaar
teren om het apparaat uit te schakelen.
Aantal oscillaties voorselecteren
Q
S electeer met behulp van het stelwiel voor het
aantal oscillaties
3
OPMERKING: het vereiste aantal oscillaties is
afhankelijk van het materiaal en de werkomstandig-
heden en kan in een praktische test worden bepaald.
O nderhoud en reiniging
LETSEL! Haal voor alle werkzaamheden
aan het elektrisch gereedschap de accu
uit het apparaat.
G ebruik géén scherpe voorwerpen voor de rei-
niging van het apparaat. Er mogen geen vloei-
stoffen in het apparaat dringen. In het andere
geval kan het apparaat beschadigd worden.
R einig het apparaat regelmatig, het best direct
na beëindiging van de werkzaamheden.
G ebruik voor de reiniging van de behuizing een
droge doek - gebruik nooit benzine, oplosmidde-
len of reinigmiddelen die de kunststof aantasten.
V oor de grondige reiniging van het apparaat
hebt u een stofzuiger nodig.
D e luchtopeningen moeten altijd vrij blijven.
7
vast met de
7
.
10
naar voren
1
naar ach-
1
het vereiste aantal oscillaties.
GEVAAR VOOR
en