8. Elektrische aansluitingen
8.2. Binnenbedrading aansluiten
Werkprocedure
1. Verwijder de schroeven van de kap om de kap te verwijderen.
2. Duw de uitdrukopeningen open. (Aanbevolen gereedschap: schroevendraaier)
3. Leg elke kabel via de bedradingsinlaat aan naar de schakeldoos. (Schaf de
voedingskabel en de verbindingskabel tussen binnenunit en buitenunit apart aan
en gebruik het meegeleverde snoer voor de afstandsbediening.)
4. Sluit de voedingskabel, de verbindingskabel tussen binnenunit en buitenunit en
de kabel van de afstandsbediening stevig aan op de aansluitblokken.
5. Zet de kabels vast met klemmen in de schakeldoos.
6. Plaats de kap van de schakeldoos terug.
• Sluit de voedingskabel en de verbindingskabel tussen binnenunit en buitenunit aan
op de schakeldoos met bufferringen voor spankracht. (PG-aansluiting of
gelijkwaardig.)
Waarschuwing:
• Zet de kap van de schakeldoos stevig vast. Als deze niet goed is bevestigd,
kan dit leiden tot brand of een elektrische schok, veroorzaakt door stof,
water enzovoort.
• Gebruik de voorgeschreven verbindingskabel tussen binnenunit en
buitenunit om deze met elkaar te verbinden. Bevestig de kabel stevig aan het
aansluitblok zodat er geen kracht wordt uitgeoefend op het aansluitgedeelte
van het aansluitblok. Een gebrekkige verbinding of aansluiting van de kabel
kan brand veroorzaken.
[Fig. 8-2-1] (P. 7)
A Bevestigingsschroeven voor deksel (1 stuk)
B Deksel
[Fig. 8-2-2] (P. 7)
C Aansluitdoos
D Uitdrukbare opening
E Verwijderen
[Fig. 8-2-3] (P. 7)
F Gebruik een PG bus om het gewicht van de kabel te dragen, zodat er van buitenaf geen
druk op de voedingsstekker wordt uitgeoefend. Gebruik een kabelbinder om de kabel vast te
zetten.
G Stroomvoorzieningssnoer
H Gebruik een gewone aansluitbus
I Signaalsnoer
[Fig. 8-2-4] (P. 7)
J Aansluitblok voor voedingskabel en signaaldraden binnenunit
K Aansluitblok voor de afstandsbediening
• Leg de bedrading aan zoals aangegeven in Fig. 8-2-4. (Schaf de kabel ter plaatse
aan.)
Zorg dat er alleen kabels van de juiste polariteit worden gebruikt.
[Fig. 8-2-5] (P. 7)
A Aansluitingenblok binnenapparaat
B Aardingsdraad (groen/geel)
C Aansluitsnoer binnen/buitenapparaat 3-aderig 1,5 mm
D Aansluitingenblok buitenapparaat
2
E Stroomvoorzieningssnoer: 2,0 mm
a Aansluitkabe
2
Kabel, 3-aderig, 1,5 mm
, volgens ontwerp 60245 IEC 57.
b Aansluitblok voor binnenunit
c Aansluitblok voor buitenunit
d Sluit altijd een aardingsdraad aan (1-aderig, 1,5 mm
e Kabel voor afstandsbediening
2
Kabelnr. × maat (mm
): Kabel 2C × 0,3
Deze kabel is een accessoire van de afstandsbediening
(draadlengte : 10 m, niet-polair. Max. 500 m)
f Afstandsbediening med draad (optie)
g Voedingskabel
2
Kabel, 3-aderig, 2,0 mm
, volgens ontwerp 60245 IEC 57.
• Sluit de aansluitblokken aan zoals aangegeven in Fig. 8-2-5.
Voorzichtig:
• Zorg dat de kabels goed worden aangesloten.
• Draai de aansluitblokschroeven stevig vast om te voorkomen dat deze
lostrillen.
• Trek na het aandraaien van de schroeven zachtjes aan de kabels om zeker te
zijn dat deze niet kunnen schuiven.
2
of meer
of meer
2
) die langer is dan de andere kabels.
8.3. Afstandsbediening (afstandsbediening via
bedrading (optie))
8.3.1. Voor de afstandsbediening med draad
1) Installatiemethode
Raadpleeg de installatiehandleiding van de afstandsbediening voor meer informatie.
2) Functiekeuze
Indien twee afstandsbedieningen zijn aangesloten, stelt u er een in als "Main"
(Hoofdeenheid) en de andere als "Sub" (Sub-eenheid). Voor het instellen van de
procedures, verwijzen we u naar "Functiekeuze" in de bedieningshandleiding van de
binnenunit.
8.4. Afstandsbediening (draadloze afstandsbediening
(optie))
8.4.1. Voor draadloze afstandsbediening
Raadpleeg de installatiehandleiding van de afstandsbediening voor meer informatie.
8.4.2. Signaalontvangeenheid
1) Voorbeeld systeemaansluiting
[Fig. 8-4-1] (P. 8)
Bedrading binnen/buiten
Bedrading signaalontvangeenheid
A Buitenapparaat
B Koeleradres
C Buitenapparaat
D Signaalontvangeenheid
Alleen
de
bedrading
van
de
afstandsbedieningseenheden wordt getoond in [Fig. 8-4-1]. De bedrading kan
afwijken afhankelijk van de eenheid die wordt aangesloten of van het systeem dat
wordt gebruikt.
Raadpleeg de installatiehandleiding of het servicehandboek bij de eenheid voor
informatie over restricties.
1. Aansluiten op Mr. SLIM airconditioner
(1) Standaard 1:1
a De signaalontvangsteenheid aansluiten
Sluit de signaalontvangsteenheid aan op de CN90 (verbinden met de printplaat
van de draadloze afstandsbediening) op het binnenapparaat met behulp van
de bijgeleverde afstandsbedieningsdraad. Sluit de signaalontvangsteenheden
aan op alle binnenapparaten.
2) Instellen van de paarnummerschakelaar
[Fig. 8-4-2] (P. 8)
<Printplaat besturing binnenunit>
1. Instellingsmethode
Wijs aan de draadloze afstandsbediening hetzelfde paarnummer toe als dat van
het binnenapparaat. Wanneer u dat niet doet, kan de afstandsbediening niet
worden gebruikt. Raadpleeg de installatiehandleiding bij de draadloze
afstandsbediening voor informatie over het instellen van paarnummers voor
draadloze afstandsbedieningen.
Positie van in serie geschakelde draad op de printplaat van het binnenapparaat.
Elektrisch circuit van bedieningseenheid op het binnenapparaat (referentie)
[Fig. 8-4-2] (P. 8)
A CN90: Aansluiting voor kabelverbinding afstandsbediening
Voor het instellen van paarnummers zijn de volgende 4 patronen (A-D) beschikbaar.
Patroon voor
Paarnummer aan
het instellen van
zijde van
paarnummers
afstandsbediening
A
0
B
1
C
2
D
3~9
signaalontvangeenheid
en
tussen
Zijde van printplaat binnenapparaat
Punt waar de in serie geschakelde draad
wordt losgekoppeld
Niet losgekoppeld
J41 losgekoppeld
J42 losgekoppeld
J41 en J42 losgekoppeld
de
21