Elektrische Aansluiting - Homa CH407 Originalbetriebsanleitung

Voor de potentiaalvereffening volgens EN 60079-14 is op
de dompelpompen een aansluiting van min. 4mm2 geïn-
stalleerd. Hierop wordt de leiding m.b.v. een kabelschoen
en de op de aansluiting aanwezige schroefborging niet
zelf losdraaiend aangesloten!
Alle aanwezige temperatuur-, niveau- en detectorsen-
soren moeten absoluut volgens de instructies van deze
handleiding en het bijgevoegde schakelschema worden
aangesloten!
Speciale voorwaarden voor een veilig gebruik
Voor het omvormerbedrijf moet beslist een inrichting voor
directe temperatuurbewaking worden gebruikt. Deze be-
staat uit in de wikkeling ingebouwde PTC-weerstanden
volgens DIN 44 082 met schakeltemperatuur volgens ta-
bel 1 en een volgens RL 94/9/EG op werking getest uit-
schakelmechanisme.
De schakeling moet dusdanig worden vormgegeven dat
de dompelmotor wordt uitgeschakeld zodra de grenstem-
peratuur wordt bereikt. En de dompelmotor alleen hand-
matig weer in bedrijf kan worden gesteld!
Bij controle van de spleet van de drukvast omhulde motor
moet de spleetmaat worden opgevraagd bij de fabrikant
van de dompelmotor. De spleten van de geteste dom-
pelmotor zijn kleiner dan de norm voorschrijft!
De bevestigingsschroeven van de motor zijn voorzien van
speciale schroeven van roestvrij staal klasse A2-70.
10.5. Installatie en ingebruikname van explosieveilige
dompelmotoren
Algemene aanwijzingen
Let op! Laat u voor aanvang van handelingen van
welke aard dan ook op de werkplek van het materieel
altijd door de gebruiker informeren over de status
van het explosiegevaar! Aan de hand van een door
de bevoegde instanties uitgevoerde zone-indeling of
een aanwezig explosiebeveiligingsdocument kan het
risicopotentiaal worden ingeschat. Vergelijk indien
nodig de EX-beschermingswijze tegen ontsteking
van het materieel met de relevante eisen! Zorg bij
afgesloten ruimtes of putten voor aanvang van de
werkzaamheden voor voldoende ventilatie, om de
aanwezigheid van explosieve gassen primair te
verhinderen!
Homa explosieveilig materieel mag alleen gebruikt
worden in bereiken (explosieve atmosferen) die over-
eenkomen met apparaat groep II en categorie 2G,
alsook met een maximale oppervlaktetemperatuur
van 135°. voor temperatuurklasse T4 (bij frequen-
tieomvormer bedrijf 200°C voor temperatuurklasse
T3) volgens IEC 60079-0 waarvan gassen en dampen
volgens explosiegroepen A en B van toepassing zijn.
Installatieaanwijzingen voor het elektrische deel
Let op! Neem naast deze handleiding altijd de speci-
ale aanwijzingen in de bijlage van het bijgevoegde
EG-TyPETESTCERTIFICAAT in acht, zoals hieronder
nogmaals vermeld:

10.5.1 Elektrische aansluiting

Aansluiting van de voedingskabel mag in explosieve be-
reiken alleen worden uitgevoerd met een hiervoor in een
geschikte beschermingsklasse EX-geteste en gecertifi-
ceerde klemmendoos.
10.5.2 Bewakingscontroles
Hulpinrichtingen en bewakingscontroles met eigen certifi-
caat en explosiebeveiligings-identificatie moeten worden
geselecteerd aan de hand van de omstandigheden op de
werkplek van de machine. Bewakingseenheden moeten
voldoen aan de eisen volgens ATEX 100a, bijlage II, sec-
tie 1.5.5 en EN 1127-1 (Ontplofbare atmosferen - Voor-
koming van en bescherming tegen ontploffingen -Deel1
Grondbeginselen en methodologie). Zijn in de explosievei-
lige dompelpompen buiten de drukvast omhulde ruimte
elektrische bewakingssensoren ingebouwd, dan zijn de
regelcircuits daarvan in de motor door de fabrikant uitge-
voerd in de beschermingswijze tegen ontsteking Intrinsie-
ke veiligheid "i" volgens EN 60079-11:2007.
In het complete verloop van de intrinsiek veilige stroom-
circuits is een potentiaalvereffening gerealiseerd. Een ver-
dere aarding van de ex-intrinsiek veilige stroomcircuits is
niet toegestaan. De toepassing van dit materieel mag in
de EX-zone van apparaat groep II categorie 2 alleen plaats-
vinden, als er goedgekeurde EX-intrinsiek veilige elektro-
derelais zijn gebruikt en er een intrinsiek veilig stroomcir-
cuit van beschermingswijze tegen ontsteking EX [ib] met
de volgende maximale waarden is ingericht:
• Ui = 28 V max
• Ii = 300 mA max
• Pi = 1,3 W max
De werkzame interne inductiviteit Li en de capaciteit Ci zijn
verwaarloosbaar klein. Bij automatisch bedrijf met vlotter-
schakelaars moeten deze volgens VDE 0165 als intrinsiek
veilige stroomcircuits volgens beschermingswijze tegen
ontsteking: Intrinsieke veiligheid "i" worden aangelegd
en aangesloten op een Ex-intrinsiek veilig transistorrelais.
Vanaf motorbouwgrootte AM303 zijn standaard om ver-
dere beschreven veiligheidsmaatregelen elk een gelei-
dingsonde en een magnetische drijfvermogen-vlotter-
schakelaar (alleen in verticaal bedrijf) in het oliereservoir
ingebouwd. Een temperatuuroverschrijding van meer dan
130°C (T4) aan de afdichtingen alsook aan het oppervlak
van de behuizing word door de maatregelen volgens par.
4.3 beveiligd.
Let op! In Ex-intrinsiek veilige stroomcircuits zijn de
meetkabels blauw gemarkeerd.
10.5.3 Bedrijf op het net
Voor het bedrijf op het net moeten naast thermisch ver-
traagde overstroomuitschakelaars absoluut temperatuur-
begrenzers met de aderaanduiding T1 en T2 volgens aan-
sluitschema op de besturing worden aangesloten!
nEDlErlanDS | 79