18. System Setting
Via de systeeminstelling kunt u uw NAS-server op het netwerk identificeren
en instellingen voor tijd en datum uitvoeren.
18.1. Server Name
Server Identification
Gebruik dit menu om de CIFS-instellingen te bewerken. U kunt de server een
naam geven en uw NAS-server toevoegen aan een werkgroep.
OPMERKING!
Het CIFS-verbindingsprotocol kan op de NAS-server
niet uitgeschakeld worden!
Server Name
Voer een naam in waarmee de NAS-server op het netwerk moet worden geï-
dentificeerd.
U mag maximaal 15 alfanumerieke tekens invoeren. Een minteken (-) is niet
toegestaan als laatste teken. De naam moet beginnen met een letter. De
benaming is niet hoofdlettergevoelig.
Description
In dit vak kunt u een beschrijving invoeren van maximaal 61 tekens bovenop
de naam van de server. Alle tekens zijn toegestaan, behalve: /\:|[]<>+;,?=*"~.
Workgroup Name
Voer hier de naam van de werkgroep in. Een werkgroep is een groep compu-
ters op een netwerk die bestanden kunnen uitwisselen.
De gebruikers van deze computer worden verbonden met de aanduiding
van de werkgroep op de NAS-server.
U mag maximaal 15 alfanumerieke tekens invoeren. Een minteken (-) is niet
toegestaan als laatste teken. De naam moet beginnen met een letter. De
benaming is niet hoofdlettergevoelig.
Support Non-English Computer Names
Selecteer deze optie als er in de werkgroep computers verbonden zijn die
gebruikmaken van andere dan West-Europese tekensets (bv. Chinees of Rus-
sisch). Wanneer u een zoekopdracht start naar computers in de werkgroep,
worden ook die computernamen gedetecteerd.
Apply
Klik hierop om de instellingen toe te passen en op te slaan.
50 van 232