nl
Apparaat inschakelen
Afb. "
1. Steek de stekker in het stopcontact.
2. Het alarmsignaal is te horen. De
temperatuurindicatie 8 knippert.
3. Druk op de temperatuurinsteltoets 2.
Het alarmsignaal gaat uit.
Zodra de diepvriesruimte de ingestelde
temperatuur heeft bereikt, gaat
temperatuurindicatie 8 branden.
De fabriek adviseert de volgende
instellingen:
Koelruimte: gemiddelde instelling
■
Diepvriesruimte: -18 °C
■
Bewaar gevoelige levensmiddelen in de
koelruimte.
Aanwijzingen bij het gebruik
Na het inschakelen kan het een aantal
■
uren duren voordat de ingestelde
temperaturen zijn bereikt.
Door het volledig automatische
■
NoFrost-systeem blijft de vriesruimte
ijsvrij. Ontdooien is overbodig.
De voorzijde van het apparaat achter
■
de deur wordt gedeeltelijk licht
verwarmd waardoor de vorming van
condenswater in de buurt van de
deurafdichting wordt voorkomen.
Wanneer de deur van de
■
diepvriesruimte na het sluiten niet
direct weer geopend kan worden,
dient u even te wachten tot de
onderdruk is verdwenen.
74
Instellen van
de temperatuur
Koelcompartiment
De temperatuur is instelbaar van
+2 °C tot +8 °C.
Temperatuurinsteltoets 2 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de koelruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt op de
temperatuurindicatie 4 aangegeven.
Aanwijzing
Om de gekozen temperatuur te bereiken,
opent u de ventilatieopeningen voor 1/3,
afb. &.
Diepvriesruimte
De temperatuur is instelbaar van
-16 °C tot -24 °C.
Temperatuur-insteltoets 6 net zo vaak
indrukken tot de gewenste temperatuur
in de diepvriesruimte is ingesteld.
De laatst ingestelde waarde wordt in het
geheugen opgeslagen. De ingestelde
temperatuur wordt aangegeven op de
temperatuurindicatie 8.
Wij adviseren een instelling van
-18 °C voor de diepvriesruimte.