Stofafzuiging
De stofafzuigaansluitmond (los verkrijgbaar) wordt
aanbevolen om tijdens het zagen schoon te werken
(zie afb. 12).
Om de stofafzuigaansluitmond op het gereedschap aan te
brengen, steekt u de haak van de stofafzuigaansluitmond
in het gat in de zool (zie afb. 13).
Om de stofafzuigaansluitmond vast te zetten, draait u de
klemschroef voorop de stofafzuigaansluitmond aan.
De stofafzuigaansluitmond kan op de linker- of
rechterkant van de zool worden aangebracht.
(zie afb. 14).
Sluit vervolgens een Makita-stofzuiger aan op de
stofafzuigaansluitmond.
BEDIENING
LET OP:
• Houd de zool altijd vlak met het oppervlak van het
werkstuk. Als u dat niet doet bestaat de kans dat het
zaagblad breekt, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
OPMERKING:
• Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende
15 minuten liggen alvorens verder te werken met een
volle accu (zie afb. 15).
Schakel het gereedschap in zonder dat het zaagblad iets
raakt en wacht tot het zaagblad op volle snelheid is.
Plaats daarna de zool vlak op het werkstuk en beweeg
het gereedschap rustig naar voren langs een eerder
aangebrachte zaaglijn.
Als u in een bocht zaagt, beweegt u het gereedschap zeer
langzaam vooruit.
Verstekzagen (zie afb. 16)
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u de
zool kantelt.
Met een gekantelde zool kunt u verstekzagen onder elke
hoek tussen 0° en 45° (links of rechts) (zie afb. 17).
Om de zool te kantelen draait u de bout op de onderkant
van de zool los met behulp van de inbussleutel. Verplaats
de zool zodat de bout zich in het midden van de
verstekgleuf in de zool bevindt (zie afb. 18).
Kantel de zool tot de gewenste verstekhoek is bereikt. De
V-naad van het tandwielhuis geeft de verstekhoek aan op
een schaalverdeling. Draai daarna de bout stevig vast om
de zool vast te zetten.
Zaagsneden tot aan de voorrand
(zie afb. 19)
Draai met de inbussleutel de bout op de onderkant van de
zool los en schuif de zool helemaal naar achteren. Draai
daarna de bout vast om de zool vast te zetten.
Uitsnijdingen
U kunt uitsnijdingen maken volgens methode A of B.
A) Een begingat boren: (zie afb. 20)
• Voor uitsnijdingen midden in een werkstuk zonder in te
zagen vanaf de rand, boort u vooraf een gat met een
diameter van 12 mm of meer. Steek het zaagblad in dit
gat voordat u begint te zagen.
B) Blinde zaagsnede: (zie afb. 21)
• U hoeft geen begingat te boren of vanaf de rand in te
zagen als u voorzichtig als volgt te werk gaat.
1. Kantel het gereedschap op de voorrand van de zool
met de punt van het zaagblad vlak boven het
oppervlak van het werkstuk.
2. Oefen druk uit op het gereedschap zodat de voorrand
van de zool niet beweegt wanneer u het gereedschap
inschakelt, en laat de achterkant van het gereedschap
voorzichtig zakken.
3. Naarmate het zaagblad het werkstuk doorboort, laat u
de zool van het gereedschap langzaam zakken tot op
het oppervlak van het werkstuk.
4. Maak de zaagsnede op de normale manier.
Randen afwerken (zie afb. 22)
Om randen af te werken of afmetingen iets bij te zagen,
beweegt u het zaagblad licht langs de reeds gezaagde
randen van het werkstuk.
Zagen van metaal
Gebruik tijdens het zagen van metaal altijd een geschikte
koelvloeistof (zaagolie). Als u dat niet doet, zal het
zaagblad sterk slijten. De onderkant van het werkstuk kan
met vet worden ingesmeerd in plaats van een
koelvloeistof te gebruiken.
Breedtegeleider (los verkrijgbaar)
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u
accessoires aanbrengt of verwijdert.
1. Rechte zaagsneden (zie afb. 23)
Als u herhaaldelijk een breedte van minder dan 160 mm
moet afzagen, kunt u door de breedtegeleider te
gebruiken snel, schoon en recht zagen (zie afb. 24).
Om hem aan te brengen steekt u de breedtegeleider in de
rechthoekige opening in de zijkant van de zool met de
geleider omlaag gericht. Schuif de breedtegeleider naar
de gewenste zaagbreedte en draai daarna de bout vast
om hem vast te zetten.
2. Cirkelvormige zaagsneden (zie afb. 25 en 26)
Als u cirkels of bogen met een straal van 170 mm of
minder wilt zagen, brengt u de breedtegeleider als volgt
aan.
1. Steek de breedtegeleider in de rechthoekige opening
in de zijkant van de zool met de geleider omhoog
gericht. Steek de cirkelgeleidepen in een van de twee
gaten in de geleider. Draai de knop met schroefdraad
op de pen om deze vast te zetten.
2. Schuif vervolgens de breedtegeleider naar de
gewenste zaagstraal en draai de bout vast om hem
vast te zetten. Beweeg tenslotte de zool helemaal
naar voren.
OPMERKING:
• Gebruik altijd zaagbladen nr. B-17, B-18, B-26 of B-27
voor het zagen van cirkels of bogen.
41