Aan de slag
De resterende batterijlading controleren
De indicatorlampjes geven de resterende batterijlading aan.
Controleer de resterende batterijlading door op de toets Batterijniveau te drukken. Afhankelijk van de
resterende batterijlading gaan de indicatorlampjes branden en dan uit.
Resterende batterijlading
70 - 100%
40 - 70%
20 - 40%
5 - 20%
0 - 5%
Als de indicatorlampjes niet werken zoals beschreven, koppelt u de oplader los van de
•
batterijpack en sluit u deze weer aan.
De indicatorlampjes werken mogelijk anders, afhankelijk van het verbonden apparaat of de
•
batterijpack.
Indicatorlampje
Vier indicatorlampjes aan
•
Drie indicatorlampjes aan
•
Twee indicatorlampjes aan
•
Eén indicatorlampje aan
•
Eén indicatorlampje knippert
•
Nederlands
3
3