7. Opstelling
Houd bij de keuze van de opstellingsplaats rekening met de ruimtelijke omstandigheden, zoals de positie
van de dichtstbijzijnde contactdoos etc.
Let bij het plaatsen van het apparaat ook op dat blootstelling aan direct zonlicht, trillingen, stof, hitte, kou
en vocht moet worden voorkomen. Er mogen zich geen sterke transformatoren of motoren in de nabijheid
van het apparaat bevinden.
Gebruik het apparaat uitsluitend op een stabiele, horizontale ondergrond. Rondom het apparaat
moet voldoende luchtcirculatie kunnen zijn om de ontstane warmte te kunnen afvoeren. Plaats
het apparaat daarom alleen op een glad oppervlak, dus niet op bijv. een tapijt. Dek de ventila-
tieopeningen van de behuizing nooit af.
Het niet opvolgen van deze instructies kan leiden tot beschadiging van het apparaat.
Boor voor het bevestigen van het apparaat niet in de behuizing en gebruik geen extra schroe-
ven. Daardoor wordt het apparaat beschadigd en is het mogelijk in aanraking te komen met een
levensgevaarlijke netspanning.
Zorg dat het apparaat stabiel wordt geplaatst aangezien omlaag vallende apparatuur ongeluk-
ken kan veroorzaken.
Vanwege de verschillende soorten lak en politoer die bij meubels gebruikt worden, kan het niet
uitgesloten worden, dat de voetjes van het apparaat door een chemische reactie zichtbare
resten op meubels achterlaten.
Het apparaat dient daarom niet zonder geschikte bescherming op kostbare meubeloppervlakken
te worden geplaatst.
55