nl
NEDERLANDS
een zo klein mogelijk deel van het slijplichaam
open naar de bediener wijst. De beschermkap
beschermt de gebruiker tegen brokstukken en
toevallig contact met het slijplichaam en vonken,
waardoor kleding vlam kan vatten.
c) De slijpmiddelen mogen alleen worden
gebruikt voor de aanbevolen toepassingsmo-
gelijkheden.
Bijv.: Slijp nooit met het zijvlak van een door-
slijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor
materiaalafname met de rand van de schijf. Door
zijwaartse krachtinwerking op deze slijpmiddelen
kan de schijf breken.
d) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf
altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste
grootte en vorm. Geschikte flenzen steunen de
slijpschijf en gaan zo het risico tegen dat deze
breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich
onderscheiden van de flenzen voor andere slijp-
schijven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van
groter persluchtgereedschap. Slijpschijven voor
groter persluchtgereedschap zijn niet geschikt voor
de hogere toerentallen van kleiner persluchtge-
reedschap en kunnen breken.
4.15 Overige speciale veiligheidsinstructies
voor het doorslijpen:
a) Voorkom een te hoge aandrukkracht of een
blokkering van de doorslijpschijf. Voer geen
overmatig diepe snedes uit. Bij overbelasting van
de doorslijpschijf wordt ook de neiging tot schuin
wegdraaien of blokkeren en daarmee de kans op
een terugslag of breuk van het slijpmiddel
verhoogd.
b) Mijd het gebied voor en achter de roterende
doorslijpschijf. Wanneer u de doorslijpschijf in het
werkstuk van u af beweegt, kan het persluchtge-
reedschap in geval van een terugslag met de draai-
ende schijf direct naar u toe worden geslingerd.
c) Indien de doorslijpschijf beklemd raakt of u
het werk onderbreekt, schakel het apparaat
dan uit en houd het rustig vast totdat de schijf
tot stilstand is gekomen. Probeer nooit om de
nog draaiende slijpschijf uit de snede te
trekken, dit kan een terugslag veroorzaken. Stel
de oorzaak van het beklemd raken vast en hef deze
op.
d) Schakel het persluchtgereedschap zolang
het zich in het werkstuk bevindt nooit opnieuw
in. Laat de slijpschijf eerst het volle toerental
bereiken en ga daarna voorzichtig verder met
de snede. Anders kan de schijf blijven haken, uit
het werkstuk springen of een terugslag veroor-
zaken.
e) Zorg voor een ondersteuning van platen of
grote werkstukken om het risico van een terug-
slag als gevolg van een ingeklemde doorslijp-
schijf te verminderen. Grote werkstukken kunnen
doorbuigen onder hun eigen gewicht. Het werkstuk
dient aan beide kanten van de schijf, zowel bij de
doorslijpsnede als aan de rand, ondersteund te
worden.
36
f) U dient bijzonder voorzichtig te zijn bij "inval-
snedes" in bestaande wanden of andere
gebieden waarvan u niet weet wat zich daarin
bevindt. De invallende doorslijpschijf kan bij het
snijden in gas- of waterleidingen, elektrische
leidingen of andere objecten een terugslag veroor-
zaken.
4.16 Overige veiligheidsvoorschriften:
WAARSCHUWING – Draag altijd een veilig-
heidsbril.
Maak gebruik van elastische tussenlagen wanneer
deze bij het slijpmateriaal ter beschikking gesteld
en vereist zijn.
Neem de opgaven van de fabrikant van het gereed-
schap of de accessoires in acht! Zorg ervoor dat de
schijven beschermd zijn tegen vet en stoten!
Slijpschijven moeten zorgvuldig volgens de voor-
schriften van de fabrikant bewaard en gehanteerd
worden.
Doorslijpschijven mogen nooit worden gebruikt
voor het voorslijpen! Doorslijpschijven mogen niet
onderhevig zijn aan zijwaartse druk.
Het werkstuk dient stevig te liggen en beveiligd te
zijn tegen wegglijden, bijv. met behulp van spanin-
richtingen. Grote werkstukken dienen voldoende te
worden ondersteund.
Wordt er inzetgereedschap met schroefdraadinzet
gebruikt, dan mag het einde van de spindel de
gatenbodem van het slijpgereedschap niet raken.
Let erop dat de schroefdraad in het inzetgereed-
schap lang genoeg is om de spindellengte op te
nemen. De schroefdraad van het inzetgereedschap
moet bij het schroefdraad van de spindel passen.
Zie voor de lengte en de schroefdraad van de
spindel pagina 3 en hoofdstuk 13. Technische
gegevens.
Het gebruik van een stationaire afzuiginrichting
wordt aanbevolen.
Stoffen afkomstig van bepaalde materialen, zoals
loodhoudende verf, enkele houtsoorten, mineralen
en metaal, kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid. Het aanraken of inademen van deze
stoffen kan bij de gebruiker of personen die zich in
de nabijheid bevinden leiden tot allergische reacties
en/of aandoeningen aan de luchtwegen.
Bepaalde stoffen, zoals van eiken- of beukenhout,
gelden als kankerverwekkend, met name in
verbinding met additieven voor de houtbehandeling
(chromaat, houtbeschermingsmiddelen).
Asbesthoudend materiaal mag alleen worden
bewerkt door gespecialiseerd personeel.
- Maak zo mogelijk gebruik van stofafzuiging.
- Zorg voor een goede ventilatie van de werkplaats.
- Aanbevolen wordt om een stofmasker van filter-
klasse P2 te dragen.
Neem de voorschriften in acht die in uw land voor
de te bewerken materialen van toepassing zijn.
Er mogen geen materialen worden gebruikt waarbij
tijdens de bewerking stoffen of dampen vrijkomen
die gevaarlijk zijn voor de gezondheid (bijv. asbest).