5.5
Resetten van het filter
Wanneer de filterlevensduurteller 0% bereikt, moet het filter worden ver-
vangen. De teller gaat terug naar 100% na bedienen van de filtertoets
.
Afb. 119 Filterlevensduur bereikt 0%
Het filter mag worden vervangen voordat de filterlevensduur 0% bereikt.
De filterlevensduurteller moet handmatig worden gereset na het vervan-
gen:
▶ Bedien de voedingsknop
koppel het van de contactdoos.
▶ Steek de stekker in de contactdoos.
▶ Druk de filterknop
lang in om de filterlevensduurteller te resetten.
Het bedieningspaneel toont de melding filterstatus 100%.
Afb. 120 Filterlevensduur bereikt 100%
De filterstatus wordt constant getoond linksboven in het digitaal display.
6
Transport en opslag
Transport
• Gebruik twee handen om het toestel vast te houden bij het transport.
Opslag
▶ Schakel de luchtreiniger uit en ontkoppel deze van de contactdoos.
▶ Reinig de luchtreiniger, de deeltjessensor en het oppervlak van het
filter ( hoofdstuk 5 "Reiniging en onderhoud", pagina 87).
Air 2000 – 6721853947 (2023/01)
0010043374-001
om het toestel uit te schakelen en ont-
0010043375-001
▶ Laat alle onderdelen aan de lucht drogen voordat deze worden opge-
slagen.
▶ Wikkel het filter in luchtdicht plastic.
▶ Sla de luchtreiniger en het filter op in een koele, droge omgeving.
▶ Was uw handen na het omgaan met het filter.
7
Storingen verhelpen
Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de meest voorkomende kwesties
die kunnen optreden met het toestel. Neem contact op met een geauto-
riseerde servicetechnicus, wanneer de oplossing niet is opgenomen in
de onderstaande tabel.
Probleem
De luchtstroom die uit de
luchtuitlaat komt is significant
minder dan voorheen.
De luchtkwaliteit verbetert niet,
ondanks dat het toestel al
langdurig werkt.
De kleur van het
luchtkwaliteitslampje blijft altijd
hetzelfde.
Transport en opslag
Oplossing
Het oppervlak van het filter is
vervuild. Reinig het filteroppervlak
( hoofdstuk 5 "Reiniging en
onderhoud", pagina 87).
• Controleer of de kunststof
afdekking van het filter is
verwijderd.
• Het filter is niet in het toestel
geplaatst. Zorg ervoor dat het
filter correct is geïnstalleerd.
• De deeltjessensor is nat. Het
vochtigheidsniveau in de
kamer is hoog en dat
veroorzaakt condensatie.
Waarborg dat de
deeltjessensor schoon en
droog is ( hoofdstuk 5
"Reiniging en onderhoud",
pagina 87).
• De ruimte is groot of de
buitenluchtkwaliteit is slechts.
Sluit de deuren en ramen voor
een optimale luchtzuivering
wanneer de luchtreiniger in
werking is.
• Er zijn binnen vervuilers
aanwezig. Bijvoorbeeld roken,
koken, parfum of alcohol.
• Het filter heeft het einde van de
levensduur bereikt. Vervang
het filter door een nieuwe.
De deeltjessensor is vervuild.
Reinig de deeltjessensor
( hoofdstuk 5 "Reiniging en
onderhoud", pagina 87).
Wanneer de luchtkwaliteit goed is,
moet de lamp altijd blauw
branden.
89