9 Onderhoud, reinigen en opbergen
Sproeimiddelreservoir reinigen:
Maak het sproeimiddelreservoir en alle onderdelen
die met de sproeimiddel in aanraking zijn gekomen
dagelijks na het gebruik en met name op het einde
van het sproeiseizoen leeg en spoel het goed door
met zuiver water.
Resten van sproeimiddel kunnen corrosie en dus
beschadiging van het apparaat veroorzaken.
Schenk speciaal aandacht aan slijtageonderdelen,
zoals sproeidoppen, filters en dichtingen.
Hou rekening met de reinigingsinstructies in de
gebruiksaanwijzing bij het sproeimiddel.
Om te reinigen bevelen wij de SOLO-sproei-
apparaatreiniger (doseerfles van 500 ml,
bestelnr.: 49 00 600).
Nooit agressieve, zuur- en oplosmiddelhoudende
reinigingsmiddelen (b.v. benzine) gebruiken.
Na het reinigen laat u het sproeimiddelreservoir in
geopende toestand drogen.
Vulzeef, sproeidoppen en filterinzetstuk reinigen:
Sproeidopopzetstuk met zuiver water afspoelen.
Sproeidopopzetstuk (11) uit elkaar schroeven.
Reinig de vulzeef, de afdichtingen, de filter en de
sproeidop met zuiver water en een zachte
borstel. Blaas de sproeidop nooit door met de
mond! Sproeidoppen niet met harde voorwerpen
reinigen!
Afzonderlijke onderdelen van het sproeidop-
opzetstuk opnieuw samen schroeven .
NEDERLANDS 16
9.9 Stilleggen en opbergen
Bereid het apparaat overeenkomstig paragraaf 9.8
voor om het op te bergen.
Bewaar het apparaat op een droge, vorstvrije en
veilige plaats bij een omgevingstemperatuur van
max. 35 °C en beschermd tegen directe
zonnestralen.
Er mogen geen open vuren of dergelijke in
de omgeving voorkomen.
Ook wanneer u het apparaat niet gebruikt, dient u
de accu regelmatig maar minstens één keer per
maand met de lader op te laden.
Onbevoegd gebruik – met name door kinderen –
moet worden vermeden.