Symptomen
Kachel ont-
steekt niet
Het controle-
lampje van de
brandstofin-
dicator werkt
niet
Vermogenver-
lies
Abnormale
verbranding
Onaangename
geuren
Lekkage van
brandstof
Bij storingen waarin deze tabel niet voorziet, en / of wanneer het probleem zich voor
blijft doen na het opvolgen van bovenstaande adviezen, dient u altijd uw dealer te
raadplegen.
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING
Deze kachel is uitgerust met een veiligheidssysteem dat er voor zorgt dat de
kachel na 56 uur onafgebroken branden automatisch afslaat. Indien u dit wenst
kunt u de kachel weer aanzetten door op de ON / OFF -toets
hoofdstuk D).
I
O
HET KINDERSLOT
Het kinderslot kunt u gebruiken om te voorkomen dat een kind per ongeluk de
instellingen van de kachel verandert. Tijdens het branden kan de kachel dan enkel
nog worden uitgeschakeld. Als de kachel al uit is, voorkomt het kinderslot ook
dat de kachel per ongeluk wordt aangemaakt. U activeert het kinderslot door
de CHILD-LOCK toets O langer dan 3 seconden ingedrukt te houden totdat een
piepje klinkt. Het controlelampje CHILD-LOCK verschijnt op het informatiedisplay
(fig O), ten teken dat het kinderslot is ingeschakeld. Om het kinderslot uit te
schakelen drukt u nogmaals langer dan 3 seconden op de toets CHILD-LOCK O
totdat het piepje klinkt.
1
172
Oorzaken
Het kinderslot brandt
De tank is leeg
De tank is vervormd
Vuile deeltjes, stof of water
op het filter en / of in de
vaste tank
Het controlelampje van de
brandstof knippert
Het controlelampje van de
brandstof knippert
Er is een slechte kwaliteit
brandstof gebruikt.
Er is een slechte kwaliteit
brandstof gebruikt.
Slechte ventilatie
Stof op het ventilatorfilter
Er is een slechte kwaliteit
brandstof gebruikt.
Geen brandstof in de tank
Lekkage van brandstof of
gemorste brandstof
De kachel verplaatsen, tank is
niet leeg
Er is een slechte kwaliteit
brandstof gebruikt.
Te treffen maatregelen
Het kinderslot uitzetten
De tank vullen
De tank vervangen
Reinig de vaste tank en het
brandstoffilter
De tank vullen
Verwijder de brandstof uit de
twee tanks, vervolgens spoe-
len met de juiste brandstof.
Regelmatig ventileren
Het ventilatorfilter reinigen
Verwijder de brandstof uit de
twee tanks, vervolgens spoe-
len met de juiste brandstof.
De tank vullen
Niet meer gebruiken en con-
tact opnemen met uw dealer
te drukken (zie
20
20