Werking
LET OP
Een droogloop van meer dan 2 minuten leidt tot bescha-
digingen van de hogedrukpomp. Indien het apparaat
binnen 2 minuten geen druk opbouwt, schakelt u het ap-
paraat uit en gaat u te werk volgens de instructies in het
hoofdstuk „Hulp bij storingen".
Werken met hoge druk
VOORZICHTIG
Respecteer bij de reiniging van gelakte oppervlakken
een minimumstraalafstand van 30 cm om beschadigin-
gen te vermijden.
LET OP
Autobanden, lak of gevoelige oppervlakken zoals hout
mogen niet met de vuilfrees gereinigd worden wegens
beschadigingsgevaar.
Afbeelding
Straalpijp in het handspuitpistool steken en vast-
schroeven door hem 90° te draaien.
Apparaat inschakelen "I/ON".
Hefboom van het handspuitpistool ontgrendelen.
Hendel aantrekken, het apparaat wordt ingescha-
keld.
Instructie: Wanneer de hendel opnieuw wordt losgela-
ten, schakelt het apparaat opnieuw uit. Hogedruk blijft in
het systeem behouden.
Werking met wasborstel
LET OP
Gevaar van lakschade
Bij werkzaamheden met wasborstel moet deze vrij van
vuil en andere deeltjes zijn.
Steek de wasborstel in het handspuitpistool en zet
vast door 90° te draaien.
Aanwijzing: Indien nodig kunnen ook de wasborstels
voor het werken met reinigingsmiddelen gebruikt wor-
den.
Werken met reinigingsmiddel
Instructie: Reinigingsmiddel kan in lage druk toege-
voegd worden.
GEVAAR
Bij gebruik van reinigingsmiddelen moet het veiligheids-
gegevensblad van de reinigingsmiddelfabrikant in acht
genomen worden, in het bijzonder de instructies betref-
fende de persoonlijke veiligheidsuitrusting.
Afbeelding
Reinigingsmiddeloplossing in reinigingsmiddelre-
servoir vullen (doseergegevens op het vat met rei-
nigingsmiddel in acht nemen).
Afbeelding
Reinigingsmiddelreservoir met deksel afsluiten.
Reinigingsmiddelreservoir in het apparaat laten
vastklikken.
Afbeelding
Straalpijp met drukregeling (Vario Power) gebrui-
ken.
Straalpijp in stand „Mix" draaien.
Instructie: Daardoor wordt tijdens de werking de
reinigingsmiddeloplossing bij de waterstraal ge-
mengd.
Aanbevolen reinigingsmethode
Reinigingsmiddel in geringe hoeveelheid op het
droge oppervlak sproeien en laten inwerken (niet
laten opdrogen!).
losgekomen vuil met hogedrukstraal afspoelen.
Optioneel
Reinigingsmiddeloplossing in reinigingsmiddeltank
van de schuimsproeier vullen (doseringsindicatie
op de verpakking van het reinigingsmiddel in acht
nemen).
Schuimsproeier verbinden met de reinigingsmid-
deltank.
Schuimsproeier in handspuitpistool steken en vast-
zetten door 90°-draaiing.
Werking onderbreken
Hefboom van het handspuitpistool loslaten.
Hefboom van het handspuitpistool vergrendelen.
Handspuitpistool in houder voor handspuitpistool
steken.
Bij langere werkonderbrekingen (langer dan 5 mi-
nuten) het apparaat tevens uitschakelen "0/OFF".
Werking stopzetten
VOORZICHTIG
Scheid de hogedrukslang enkel van het handspuitpi-
stool of het apparaat wanneer geen druk in het systeem
voorhanden is.
Na het werken met reinigingsmiddel: Apparaat on-
geveer 1 minuut laten werken om schoon te spoe-
len.
Hefboom van het handspuitpistool loslaten.
Apparaat uitschakelen "0/OFF"
Trek de stekker uit het stopcontact.
Draai de waterkraan dicht.
Druk de hendel van het handspuitpistool in, om de
nog aanwezige druk in het systeem af te laten ne-
men.
Hefboom van het handspuitpistool vergrendelen.
Apparaat scheiden van de watertoevoer.
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij het transport het gewicht van het apparaat in
acht.
Transport met de hand
Apparaat aan de transportgreep verplaatsen.
Transport in voertuigen
Reinigingsmiddeltank leegmaken.
Apparaat beveiligen tegen verschuiven en kante-
len.
– 7
NL
Vervoer
27