4. Met het bundelen van de voedingskabels (zwart en wit) en de aardverbinding (groen of geel), zet u ze
vast aan bevestigingsdeel A binnen de bedieningskast van de binneneenheid en bevestigingsdeel B
aan de instroomring met gebruik van klemmen (2). (Raadpleeg Afbeelding 19.) Als u echter een apart
verkochte boom gebruikt, zet u ze samen vast aan bevestigingsdeel B.
5. Zet relaisbomen (3) en de signaalkabel (grijs) vast aan bevestigingsdeel C binnen de bedieningskast
van de binneneenheid met gebruik van klemmen (2). (Raadpleeg Afbeelding 20.)
Klem (2)
(Accessoire)
6. Na het voeren van de geleidedraden van de zwenkmotor door het doorvoergat voor geleidedraden
(raadpleeg Afbeelding 21), voert u de geleidedraad van de zwenkmotor door de glazen buis (groot) (4).
Daarna sluit u de relaisboom (groot) (3) aan op de geleidedraad van de zwenkmotor.
(Raadpleeg Afbeelding 22.)
7. Plaats de aangesloten connector binnen de glazen buis en zet hem vast door het vastdraaien van beide
uiteinden van de glazen buis met klemmen (2). (Raadpleeg Afbeelding 22.)
8. Duw de geleidedraden van de zwenkmotor in de positie getoond in Afbeelding 21 en zet ze vast met
een klemplaat. (Raadpleeg Afbeelding 21.)
Doorvoergat voor
geleidedraden
Nederlands
04_NL_3P701968-3.indd 16
04_NL_3P701968-3.indd 16
Voeding en aardverbindingen
Bevestigingsdeel B
Afbeelding 19
Bedieningskast binneneenheid
Afbeelding 20
Klemplaat
Geleidedraad van de zwenkmotor
Afbeelding 21
Voeding en
aardverbindingen
Bevestigingsdeel A
Klem (2)
(Accessoire)
Bevestigingsdeel C
Klem (2)
(Accessoire)
Aangesloten geleidedraden
Duw ze er zo
ver mogelijk in.
16
15/05/2023 09:08:30
15/05/2023 09:08:30