nEDERLanDs
2. Zet de accu in de lader zoals wordt beschreven in het
ladergedeelte van deze handleiding.
Vermogenmeter (Afb. B)
Er zijn D
WALT-accu's met een vermogenmeter en deze bestaat
e
uit drie groene LED-lampjes die een aanduiding geven van de
hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
U kunt de vermogenmeter inschakelen door de knop van
13
de vermogenmeter
in te drukken. Een combinatie van
de drie groene LED-lampjes gaat branden en dat geeft een
aanduiding van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft.
Wanneer de lading in de accu onder het bruikbare niveau
ligt, gaat de vermogenmeter niet branden en moet de accu
worden opgeladen.
OPMERkInG: De brandstofmeter geeft slechts een indicatie
van de hoeveelheid lading die de accu nog heeft. De meter
geeft geen aanwijzingen over de functionaliteit van het
gereedschap en is onderhevig aan schommelingen afhankelijk
van productcomponenten, temperatuur en de toepassing door
de eindgebruiker.
Juiste positie van de handen (Afb. A, I)
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, dient u ALTIJD de handen in de
juiste positie te hebben, zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Om het risico op ernstig persoonlijk
letsel te verminderen, houdt u het ALTIJD stevig vast,
anticiperend op een plotseling reactie.
De juiste positie van de handen betekent een hand aan de
zijhandgreep
5
, terwijl u met de andere hand de behuizing van
het gereedschap vasthoudt, zoals afgebeeld in figuur I.
Aan/Uit-schakelaar en ontgrendelingshendel
(Afb. H)
WAARSCHUWING: Controleer voordat u het gereedschap
gebruikt, dat de hendel stevig vastzit.
1. Schakel het gereedschap in door de
2
ontgrendelingshendel
in de richting van de achterzijde
van het gereedschap te drukken en vervolgens schakelaar
in te drukken. Het gereedschap loopt zolang de schakelaar
is ingedrukt.
2. Zet het gereedschap uit door de schakelaar los te laten.
WAARSCHUWING: Houd de zijhandgreep en de
behuizing van het gereedschap stevig vast om de controle
over het gereedschap te behouden tijdens het opstarten
en het gebruik, en totdat het wiel of accessoire is gestopt
met draaien. Het is belangrijk dat u het gereedschap
pas neerlegt wanneer de schijf volledig tot stilstand
is gekomen.
WAARSCHUWING: Laat het gereedschap volledig op
snelheid komen voordat u met het gereedschap het
werkoppervlak raakt. Schakel het gereedschap pas uit
wanneer u het van het werkoppervlak hebt getild.
124
Spilvergrendeling (Afb. A)
Er is in de spilvergrendeling
dat de spil ronddraait terwijl u wielen plaatst of verwijdert.
Gebruik de spilvergrendeling uitsluitend als het gereedschap is
uitgeschakeld, de stekker uit de stroomvoorziening is gehaald,
en volledig tot stilstand is gekomen.
OPMERKING: Om het risico op schade aan het
gereedschap te voorkomen, bedient u de spilvergrendeling
niet als het gereedschap in gebruik is. Er kan schade aan
het gereedschap optreden en het bevestigde accessoire
kan losschieten, hetgeen mogelijk tot letsel kan leiden.
Om de vergrendeling te bedienen, drukt u de knop
spilvergrendeling
3
in en draait u de spil totdat u niet in staat
bent de spil verder te draaien.
Slijpen, schuren en draadborstelen
VOORZICHTIG: Gebruik altijd de beschermkap die in
deze handleiding wordt aangegeven.
Als u werkt aan een oppervlak of werkstuk:
1. Geef het gereedschap de tijd om volledig op snelheid
te komen voordat u met het gereedschap het
werkoppervlak aanraakt.
2. Oefen minimale druk uit op het werkoppervlak, laat
het gereedschap op hoge snelheid zijn werk doen. Het
rendement van het gereedschap bij het verwijderen van
materiaal is het grootst wanneer het gereedschap op hoge
snelheid werkt.
3. Houd een goede hoek aan tussen het gereedschap
en het werkoppervlak. Raadpleeg de tabel voor een
specifieke functie.
Functie
1
Slijpen
Schuren met een flapschijf
Schuren met steunkussen
Draadborstelen
4. Houd altijd contact tussen de rand van de schijf en
het werkoppervlak.
-
Beweeg het gereedschap voortdurend naar voren en
achteren tijdens het slijpen, schuren met flapschijven
of draadborstelen, zodat er geen groeven in het
werkoppervlak ontstaan.
-
Als u schuurt met een steunkussen, verplaats
het gereedschap dan voortdurend in een rechte
lijn zodat er geen brand- en draaiplekken in het
werkoppervlak ontstaan.
OPMERkInG: Als u het gereedschap op het werkoppervlak laat
rusten zonder het te bewegen beschadigd u het werkstuk.
3
voorzien om te voorkomen
Hoek
Hoek
20˚-30˚
5˚-10˚
5˚-15˚
5˚-10˚