DreamStation BiPAP autoSV
Zorgverlenerinstellingen
De volgende delen beschrijven de opties die beschikbaar zijn in de schermen van de zorgverlener.
Therapie-instellingen
Dit scherm brengt u naar een submenu waar u de modi van het therapieapparaat en
drukinstellingen kunt aanpassen. Deze instellingen worden hieronder beschreven.
Opmerking
Niet alle hier getoonde instellingen zullen zichtbaar zijn op het apparaat. Het scherm variëert naargelang het
model en de instellingen van het apparaat.
Pictogram
Tekst
Opti-Start
Opti-Start
Max. druk
EPAP min.
EPAP max.
PS min.
PS max.
BPM
BPM
2 | Gids voor zorgverleners
Beschrijving
Deze functie start een therapiesessie bij een begindruk die dichter bij de
90% druk van de vorige sessie ligt, om de kans op restrisico's aan het begin
van een therapiesessie te verminderen. U kunt deze functie activeren of
deactiveren.
Dit scherm geeft de huidige maximale drukinstelling weer. U kunt de waarde
instellen tussen 4 en 30 cm cm H
Op dit scherm kunt u de minimale EPAP-instelling wijzigen. De instelling
die u hier specificeert, bepaalt het minimale drukniveau dat tijdens de
uitademingsfase wordt uitgeoefend. U kunt de instelling aanpassen van
4 cm H
O tot de laagste waarde van ofwel maximale druk of 20 cm H
2
Op dit scherm kunt u de maximale EPAP-instelling wijzigen. De instelling
die u hier specificeert, bepaalt het maximale drukniveau dat tijdens de
uitademingsfase wordt uitgeoefend. U kunt de waarde instellen tussen de
minimale EPAP-instelling en de laagste waarde van maximale druk of
20 cm H
O.
2
Op dit scherm kunt u de minimale drukondersteuning wijzigen. Deze
instelling bepaalt het minimale verschil dat is toegestaan tussen IPAP en
EPAP. U kunt de instelling aanpassen van 0 cm H
maximale drukinstelling min de maximale EPAP-instelling.
Op dit scherm kunt u de instelling voor de maximale drukondersteuning
wijzigen. Deze instelling bepaalt het maximale verschil dat is toegestaan
tussen IPAP en EPAP. U kunt de waarde instellen van de minimale instelling
van drukondersteuning tot het verschil tussen de maximale drukinstelling
min de minimale EPAP-instelling.
Op dit scherm kunt u de instelling voor ademhalingen per minuut
wijzigen. De instelling voor ademhalingen per minuut is een back-
upademhalingssnelheid wanneer er een door de machine geïnitieerde
ademhaling is bij de patiënt binnen het vastgestelde tijdsvenster per
ademhaling. U kunt kiezen tussen Uit, Auto en 4 tot en met 30. Deze
instelling wordt alleen weergegeven als PS max groter dan nul is.
O in stappen van 0,5.
2
O tot het verschil tussen de
2
O.
2