Philips RESPIRONICS DreamStation BiPAP S/T Benutzerhandbuch Seite 46

DreamStation BiPAP S/T en AVAPS
Terugkeren naar patiëntmodus
Wanneer u dit scherm kiest, verlaat u de zorgverlenermodus en keert het apparaat terug
naar de patiëntmodus. Na 5 minuten zonder activiteit treedt ook een time-out op voor de
zorgverlenermodus en keert het systeem automatisch terug naar de patiëntmodus.
Detectie van therapiegebeurtenissen
Gebeurtenis
Detectie van apneu
bij geblokkeerde
luchtweg/apneu bij
vrije luchtweg
RERA-detectie
Periodiek ademen
Detectie van
hypopneu
Detectie van
snurken
Groot lek
Gebeurtenisdetectie in modi met een back-upfrequentie
Als het apparaat is ingesteld op een modus die zijn eigen back-upademhaling biedt (S/T-, PC- of T-modus)
levert het apparaat GEEN testpuls. In plaats daarvan maakt het gebruik van de back-upademhaling van het
apparaat en bepaalt het welk soort apneu (indien dit het geval is) moet worden beoordeeld.
8 | Gids voor zorgverleners
Definitie
Een apneu wordt waargenomen wanneer er gedurende ten minste 10 seconden een
afname van de luchtstroom van 80% ten opzichte van de basislijn optreedt of als er
gedurende 10 seconden geen luchtstroom wordt waargenomen. Gedurende de apneu
worden er een of meer druktestpulsen toegediend door het apparaat. Het apparaat
evalueert de reactie van de patiënt op de testpuls(en) en beoordeelt of de apneu heeft
plaatsgevonden terwijl de patiënt een vrije luchtweg of een geblokkeerde luchtweg had.
De luchtweg wordt als vrij beschouwd als de druktestpuls een significante hoeveelheid
stroom voortbrengt; anders wordt de luchtweg als geblokkeerd beschouwd.
RERA (Respiratory effort-related arousal – ontwaken wegens ademinspanning) wordt
gedefinieerd als ontwaken uit slaap dat volgt op een ten minste 10 seconden durende
serie ademhalingen die worden gekenschetst door een toenemende ademinspanning,
maar die niet aan de criteria voor apneu of hypopneu voldoen. Dit hoeft niet gepaard
te gaan met snurken, hoewel dit gewoonlijk het geval is. Het algoritme van ontwaken
wegens ademinspanning controleert op een serie ademhalingen die zowel een subtiele
vermindering in de luchtstroom als een progressieve beperking van de stroom vertonen.
Als deze ademhalingsserie wordt beëindigd door een plotselinge toename in de
luchtstroom samen met de afwezigheid van een stroombeperking en de gebeurtenis
niet voldoet aan de voorwaarden voor een apneu of hypopneu, duidt dit op ontwaken
wegens ademinspanning.
Een aanhoudend ademhalingspatroon met afnemende en toenemende ademhaling
dat zichzelf tussen 30 en 100 seconden herhaalt. Het dieptepunt van het
ademhalingspatroon wordt gekenschetst door een vermindering in de luchtstroom
van ten minste 40% in vergelijking met een vastgestelde referentiestroom. Het
patroon moet verscheidene minuten aanwezig zijn voordat het als periodieke
ademhaling kan worden geïdentificeerd.
Een hypopneu wordt waargenomen wanneer er gedurende ten minste 10 seconden een
afname van de luchtstroom van ongeveer 40% ten opzichte van de basislijn optreedt.
Vibrerend snurken wordt uitgeschakeld bij een druk die hoger is dan 16 cm H
de CPAP-modus. Vibrerend snurken wordt uitgeschakeld bij een IPAP-instelling
die hoger ligt dan 20 cm H
groter is dan of gelijk is aan 10 cm H
uitgeschakeld tijdens apparaat-getriggerde ademhalingen wanneer de EPAP-
instellingen hoger liggen dan of gelijk zijn aan 10 cm H
Een lek dat zo groot is dat het niet meer mogelijk is ademhalingsgebeurtenissen met
statistische nauwkeurigheid vast te stellen.
O of maximale drukondersteuning (IPAP – EPAP) die
2
O in modi op bi-niveau. De functie wordt ook
2
2
O.
2
O in