HOOFDSTUK-8: ONDERHOUD EN REINIGING
REINIGING EN ONDERHOUD
Het is van belang uw vaatwasmachine te reinigen om de levensduur van de machine
te verlengen.
Zorg ervoor dat de instelling voor waterontharding (indien aanwezig) correct is
uitgevoerd en de juiste hoeveelheid wasmiddel wordt gebruikt om kalkaanslag te
voorkomen. Vul het zoutcompartiment bij als het lampje van de zoutsensor gaat
branden.
Met de tijd kunnen er in uw vaatwasmachine olieresten
of kalkaanslag ophopen. Indien dit gebeurt:
•
Vul het wasmiddelvak maar plaats geen vaat. Selecteer een programma met
een hoge temperatuur en draai dit met een lege vaatwasmachine. Als dit uw
vaatwasmachine niet voldoende reinigt, kunt u een reinigingsmiddel gebruiken dat
bestemd is voor vaatwasmachines.
•
Reinig het apparaat regelmatig iedere maand om zijn levensduur te verlengen.
•
Veeg de deurrubbers regelmatig met een vochtige doek om eventuele opgehoopte
resten of vreemde voorwerpen te verwijderen.
Filters
-
Reinig de filters en sproeiarmen minstens eenmaal per week. Indien er voedselresten
of vreemde voorwerpen op de grove en fijne filters zijn achtergebleven, verwijdert u de
filters en reinigt u ze grondig met water.
a) Microfilter
b) Grove filter
c) Metalen filter
1
Om de filtercombinatie te verwijderen en te reinigen draait u deze naar links en
verwijdert u deze met een optillende beweging (1). Trek het grove filter uit het
microfilter (2). Trek daarna het metalen filter eruit (3). Spoel het filter met veel water
totdat het vrij is van resten. De filter terugplaatsen. Zet de filters in elkaar en draai het
geheel naar rechts (4).
•
Gebruik uw vaatwasmachine nooit zonder filter.
•
Het onjuist plaatsen van het filter zal de waseffectiviteit verminderen.
•
Schone filters zijn van belang om de machine correct te laten werken.
Sproeiarmen
-
Zorg dat de sproeigaten niet verstopt zijn en dat er geen voedselresten of vreemd
voorwerp aan de sproeiarmen kleeft. Verwijder de sproeiarmen bij verstopping en
reinig ze onder de kraan. Om de bovensproeiarm te verwijderen, ontdoet u hem van
de moer die hem om zijn plaats houdt door deze naar rechts te draaien en vervolgens
naar beneden te trekken. Zorg dat de moer goed vastzit bij het terugzetten van de
bovensproeiarm.
2
b
a
3
c
NL-27
4